‘s-Hertogenbosch verdient geen hel

Op dinsdag 14 juli neemt de gemeenteraad van ‘s-Hertogenbosch een besluit over de toekomst van een stuk natuur achter het Jeroen Bosch ziekenhuis. Er staan ruim honderd bomen, waaronder tientallen walnoten, kersen, pruimen, appels en perenbomen. De gemeente noemt het een volkstuin, maar in wezen is het een recreatie gebied voor mens en natuur waarin de biodiversiteit een kans krijgt. De gemeente wil daar een parkeergarage bouwen voor meer dan duizend auto’s.

De politieke besluitvorming heeft wel iets weg van het schilderij De tuin der lusten van Jheronimus Bosch. Deze schilder leefde 500 jaar geleden, hetgeen de stad in 2016 met een grote tentoonstelling herdenkt. Op dat schilderij kom ik straks terug. Eerst schilder ik de politieke gang van zake. Ik zeg het niet graag luidop en schrijf dus fluisterend dat de plaatselijke politici duimendraaiers zijn die liever bij elkaar op schoot zitten dan daadkrachtig beleid te maken (uitgezonderd Bosch Belang, de SP, de Groenen en GroenLinks).

In het afgelopen jaar zijn er tegenargumenten ter tafel gebracht en alternatieve locaties voor een garage,  maar ze werden van tafel geveegd, onder het motto: ‘De tuindertjes moeten niet zo zeuren. Wat denken ze nou? Die garage is nodig. Laten ze gaan tuinieren in plaats van zich met de politiek te bemoeien.’

Ik was tussen 2007 en 2013 voorzitter van volkstuinvereniging Deuteren, opgericht in 1954. De vereniging moest in 2007 verhuizen omdat de gemeente de grond duur had verkocht, er werden huizen gebouwd op de plek. Een geschikte nieuwe locatie kon de gemeente niet bieden, we werden noodgedwongen opgesplitst en verdeeld over twee locaties: 20 tuinen aan de Vlijmenseweg en 30 tuinen pal achter het nieuwe ziekenhuis. Daar was het een kale dorre boel waar alles opnieuw bebouwd en opgebouwd moest worden. Bloed zweet en tranen kostte dat. Na een jaar bleek dat bij veel regen het gebied veranderde in een modderpoel. De ondergrond bestond uit een kleilaag die geen water doorliet. Uit eigen zak (de gemeente gaf niet thuis) legde de vereniging ruim 3000 euro bij elkaar en er kwamen twee graafmachines die een goede drainage aanlegden. Toen konden we echt aan de slag. Het betekende wel dat de tuinen waren verruïneerd en dat de aanleg en de investeringen van de leden in dat eerste jaar voor niets waren geweest. De gemeente kwam over de brug, we hoefden minder huur te betalen, maar dat bedrag stond in geen verhouding tot de vele duizenden euro’s schade die er werd geleden.

In de jaren daarop bloeide de vereniging op en groeide het gebied uit tot een stuk natuur met bomen, bloemen, struiken en… jawel, ook groenten. Het doel van de vereniging is niet in de eerste plaats het telen van groenten, maar het stimuleren van de biodiversiteit, zoals ook te lezen is op de website: www.de100morgen.nl Trots waren we toen we voor de behaalde resultaten voor biodiversiteit een Groene Handdruk kregen van de gemeente. Samen tuinieren is ook een sociaal gebeuren, er ontstaan vriendschappen en er is onderlinge betrokkenheid. Moest er in 2007 nog geflyerd worden om alle tuinen bezet te krijgen, sinds 2010 is er een wachtlijst van 20 personen. De tuinen voorzien duidelijk in een behoefte en dat was voor ons aanleiding om in 2014 de gemeente te vragen of we er grond bij konden huren. Het naastgelegen terrein, 2 hectare groot, werd door de gemeente verhuurd aan een plaatselijke aannemer die het gebruikte als opslag voor straatklinkers en grond. In afwachting van een reactie op ons verzoek, kregen we in oktober 2014 een uitnodiging van de gemeente om maar eens te komen praten.

Vol verwachting ging ik, als oud-voorzitter, met het verse nieuwe bestuur mee naar het gemeentehuis. Ik was in de veronderstelling dat er nu voor de mensen op de wachtlijst ook een tuin ter beschikking zou komen. Die verwachting werd binnen 1 minuut de grond in geboord door de ambtenaar die letterlijk zei: ‘Tsja, we hebben jullie eigenlijk hierheen gelokt, want we willen jullie vertellen dat er is besloten dat op jullie terrein een transferium komt met een parkeergarage voor 1100 auto’s. Je kunt maar beter meewerken, want er is niets aan te doen.’ Op onze vraag hoe dat dan zomaar ineens was besloten, schudde hij het hoofd en zei: ‘Alle scenario’s zijn onderzocht. Er is geen andere mogelijkheid. Die parkeergarage komt er hoe dan ook.’

boschgarage

Dat was in oktober. Nu is het zomer 2015 en we zijn bijna een jaar verder. Het nieuwe bestuur heeft in de tussentijd tijd noch moeite gespaard om het stuk natuur toch te kunnen behouden. In de eigen vrije tijd verzette het veel werk, werk dat eigenlijk door politici gedaan zou moeten worden omdat die ervoor betaald worden om besluitvorming te controleren en met alternatieven te komen. Zo ontdekte het zaken die beleidsmatig fout waren gegaan. Zelf voelde ik in deze periode vooral verontwaardiging omdat ik het moreel onacceptabel vind dat een vereniging die al verhuisd is opnieuw de wacht wordt aangezegd. En dan de manier waarop. Bij monde van een ambtenaar die het blijkbaar normaal vindt dat hij burgers in de val ‘lokt’ en hen intimideert met opmerkingen zoals: ‘Alles is al besloten. Niets meer aan te doen.’ Bij mijn weten zijn het niet de ambtenaren die de stad besturen, maar de politiek. Maar geef zo’n ambtenaar eens ongelijk, want als de politici slapen, wie moet de stad dan runnen?

Er zijn redenen aan te geven waarom een natuurgebied wel of niet zou moeten wijken voor een garage. De besluitvorming draait echter om een politieke misser die tot nu toe niet echt wordt benoemd. Een misser die door het speurwerk van een ‘onnozele’ volkstuinvereniging aan het licht kwam.

De kwestie is deze: de provincie Noord-Brabant reserveerde zeven jaar geleden een bedrag van 8 miljoen euro, bestemd voor parkeervoorzieningen voor de stad Den Bosch. Een gedegen parkeerbeleid voor de stad werd echter niet gemaakt. En nu wil de raad de subsidie op de valreep binnenhalen omdat de termijn voor de aanvraag in december afloopt. Daarom houdt men zich nu doof voor goede alternatieven, want deze komen nu niet van pas. Zeven jaar zaten de politieke partijen te slapen en nu is er ineens haast. Haast die dreigt te resulteren in de opoffering van een mooi stuk natuur. In plaats dat zij dit voorjaar, toen er alternatieve locaties ter tafel werden gebracht, als de sodemieter met een parkeerbeleid kwamen en dat de wethouder ermee naar de provincie was gegaan, werd er in achterkamertjes een meerderheidscoalitie gesmeed, inclusief de Partij van de Arbeid. En men ging weer achteroverleunen.

De manier waarop de raad dit besluit erdoor wil drukken is een aanfluiting voor de democratie. Met zalvende woorden en een autoritaire toon probeert een wethouder zijn gezicht te redden. Jarenlang is er niets gedaan. En nu, op het allerlaatste moment, vond hij een slachtoffer dat opgeofferd kan worden. Een kleine vereniging, die in de raadsvergaderingen ook nog tot zondebok wordt gemaakt. Er wordt namelijk gedaan alsof er sprake is van een stelletje op hol geslagen tuinders dat niet voor rede vatbaar is en dat probeert roet in het politieke eten te gooien. Maar feitelijk is het precies omgekeerd: politici wrijven zich de slaap uit de ogen en strooien dat over ons eten.

Dit brengt mij tenslotte bij de schilder Jheronimus Bosch en zijn schilderij De tuin der lusten. Dat drieluik laat de tijd zien, verdeeld over verleden – heden – toekomst. Bosch schilderde links het Bijbelse paradijs dat in het middenpaneel overgaat in een soort aards paradijs, dat helaas rechts eindigt in een hel. Persoonlijk identificeer ik me graag met dat middenpaneel. Wie dat kent, zou kunnen denken dat ik bij mooi weer graag in mijn blootje onkruid loop te wieden. Dat is echter niet zo, het zou ook niet fijn zijn tussen alle brandnetels en distels die ik her en der laat staan voor vlinders en vogels. Waar het om gaat is de symboliek van dat middenpaneel. Bosch schilderde een visioen van hoe zou kunnen zijn om in harmonie te leven met een weerbarstige en tegelijk wonderlijke natuur. Zo’n harmonie komt niet vanzelf, het is hard werken en zoeken naar een evenwicht bij telkens wisselende omstandigheden. Als dat evenwicht er (even) is, is dat puur genieten. Bosch maakte religieuze kunst. Dat het CDA op dat gebied de weg totaal kwijt is, moge blijken uit het feit dat ze, samen met D66 en de VVD, mee voorop loopt met het plan de tuin op te offeren voor een parkeergarage.

Bosch schilderde niet alleen zijn visie op de tijd, hij verstopte ook psychologische kennis in het schilderij. Als iemand het wonderlijke evenwicht kent en ervan kan genieten, dan laat diegene zich niet zomaar door ronkende ambtsdragers naar de slachtbank leiden. Een arrogante gezagdrager die meent zo kunnen zegevieren, vergeet dat onschuldig ogende bloteriken in ware duivels kunnen veranderen die zelf vol in de aanval gaan. Zij zijn degenen die wel gevoel in hun donder hebben. En ze weten zich wel degelijk betrokken bij wat er politiek in de stad speelt. Als de politiek verstek laat gaan, zullen zij hun moraal tonen en zich met hart en ziel inzetten om die moraal te redden. Dat is de psychologie die schuil gaat in De tuin der lusten van Bosch.

Op de 14e juli (de Franse nationale feestdag) beslist de politiek te ‘s-Hertogenbosch.