Hoefbevangenheid

Kijk een gegeven paard altijd in de bek. Doe je het niet, dan zet je hem misschien voer voor dat hij niet goed kauwt, met alle gevolgen van dien. Zoals: koliek (hevige buikpijn) en hoefbevangenheid! Bekijk het gegevene dus. En maak geen ophef als dat wat je kreeg tegenvalt. Als je jezelf als gegeven beschouwt, leef je in bescheidenheid. Het gegevene in de bek kijken betekent dat je uit voorzorg aan zelfonderzoek doet (een regelmatig tandartsbezoek helpt ook). Tenzij het kwaad al is geschied. Je staat verkrampt op je benen en weet met jezelf geen raad. Dan is te vrezen dat je lijdt aan hoefbevangenheid.

colic

De oorzaak van hoefbevangenheid bij paarden is een doorbloedingsprobleem in de hoef. Dit gaat met hevige pijn gepaard en kan leiden tot onherstelbare schade en invaliditeit. Het ontstaat door hoge concentraties giftige stoffen in het bloed, veroorzaakt door een stoornis in het maag-darmstelsel ten gevolge van verkeerd, of onverteerd voedsel. Door kramp in de buik neemt het paard een rare houding aan en dit geeft een verkeerde druk op de hoeven, het paard staat op de buitenrand, waardoor de wand loslaat.

hoef 2

Wat er gebeurt, lijkt op het loslaten van de vingernagels, met dit verschil dat het paard op die vingers stààt. Hoefbevangenheid komt overeen met het spreekwoordelijke ‘de duimschroeven aandraaien’, met dien verstande dat die duimschroeven niet van buitenaf worden aangedraaid, maar van binnenuit. De pijn bestrijden heeft dan de eerste prioriteit.

Nietzsche

Nietzsche was bij mijn weten de eerste die mentale hoefbevangenheid diagnosticeerde bij mensen. Hij schrijft in Die fröhliche Wissenschaft (1882): ‘Kritik der Tiere. – Ich fürchte, die Tiere betrachten den Menschen als ein Wesen ihresgleichen, das in höchst gefährlicher Weise den gesunden Tierverstand verloren hat, – als das wahnwitzige Tier, als das lachende Tier, als das weinende Tier, als das unglückselige Tier.’

nietzsche-friedrich

Hij was van oordeel dat de mens zich onderscheidt van het dier vanwege zijn depressieve aard. Ligt de oorzaak van hoefbevangenheid in verkrampte darmen, die van depressie ligt in verkrampte hersenen. Kramp die enerzijds wordt veroorzaakt door (erfelijke) aanleg van de hersenen zelf, anderzijds door wat iemand het brein te verteren voorzet. Hoe overwint een mens zijn depressieve aard? Door zichzelf in de bek te kijken, dat wil zeggen: kennis nemen van wat voor het vlees hij in zijn kuip heeft en zijn hersenen niet zomaar van alles voorzetten. Nietzsches befaamde Übermensch is de mens die zijn depressieve aard overwint en heer en meester is over zichzelf. Het begrip Untermensch komt bij Nietzsche niet voor.

Is de mens per definitie depressief? Nietzsche legt zijn oor te luisteren bij hen die voorgeven te weten hoe ze hun aard hebben overwonnen. Wat blijkt? Ze doen alsof. Ze slikken pillen, gaan naar de hoeren, zoeken ruzie, zijn aan de drugs, geloven in God en beginnen een oorlog, zijn geestesziek of verslaafd aan goede doelen, leiden aan geldzucht en massahysterie, vreten en zuipen zich te barsten en vermaken zich kostelijk met schandalen. Kortom: ze zijn volkomen zichzelf.

Denkend aan Nietzsches Übermensch zie ik het beeld voor me van de kunstenaar Maurizio Cattelan. Het is een paard, hij hangt met zijn hoofd ingemetseld aan een muur. Je vraagt je af welke sadist bij machte was een paard zo hoog op te tillen en in te metselen. Waarom eigenlijk die moeite genomen? Wat stelt het voor? Moet ik geloven dat het paard zelf zo hoog sprong en zich toen verhing? Hangt hij daar omdat er aan die kant van de muur iets moois te zien is? Is het misschien de bedoeling dat ik medelijden met hem heb –  ach, kijk dat zielige paard, het deed zijn best en nu hangt hij daar en kan geen kant meer op? (Stiekem denk ik dat).

Bij Nietzsche gaat nadenken over je bestaan gepaard met pijn lijden. Wie over zichzelf nadenkt moet psychische pijn doorleven – in plaats van deze te negeren of te verdoezelen. Hij richtte zijn filosofische pijlen op het christendom. Waarom? Omdat daarin een persoonlijke pijn centraal staat. Zulks schept verwachtingen. Maar wat gebeurt er in het christendom? Iemands eigenheid wordt rap verwijderd en de holle ruimte opgevuld met heilige symboliek. De christelijke ziel lijkt op een gebraden gans.

nietzsche salome

De foto

Er is een beroemde foto van Nietzsche samen met vriend Paul Rée en vriendin Lou Salomé. Als trouwe trekpaarden staan de mannen voor de kar. De olijke Ree staat meer naast de kar dan ervoor, Nietzsche trekt de kar. Hun geliefde Lou hanteert de zweep en moet de zaak op rolletjes laten lopen. Doet ze dat? Haar zweep, voor wie is die bestemd? Voor hem? Of om Ree aan te sporen zodat er tempo wordt gemaakt? Veel effect lijkt de zweep niet te hebben. Nietzsche maakt een afwezige indruk, hij kijkt in de verte terwijl de anderen via de camera oogcontact maken met ons. Eigenlijk heeft hij geen tijd voor ons, hij wil door. Hij weet dat die zweep niet voor hem is bestemd, maar voor ons.

De foto die ze maakten, was bedoeld als parodie op Plato’s voorstelling van de menselijke ziel: de wagenmenner (ik) die twee paarden ment, het paard redelijkheid (moedig en ambitieus) en het paard gevoel (dat wil vreten, zuipen en paren). Het ik houdt de twee in de hand door een diplomatiek en berekenend verstand. Nietzsche lijkt te poseren als het ernstige paard. In plaats van te kijken, luistert hij. Hij neigt zijn hoofd naar ons toe om te kunnen horen wat wij zeggen. Hij luistert naar ons, niet naar de stem van de wagenmenner en dat is maar goed ook, want Lou let niet op, ze ziet haar paarden niet, ze kijkt naar haar publiek. Blijkbaar meent ze dat haar charme en het vasthouden van de zweep al genoeg aanknopingspunten biedt om haar publiek ervan te overtuigen dat het weet waarnaar het kijkt. Volgens haar is de foto een schertsvertoning waar we niets achter moeten zoeken. Maar wat hoort Nietzsche?

Plato’s beeld van de ziel geeft weer dat de ziel niet een eenzaam ik is, maar een samenspel. Zielenpijn is pijn die ontstaat als dit samenspel mislukt, het wordt ervaren als een ‘in de steek gelaten zijn’. De foto van het drietal is eigenlijk tragisch omdat Nietzsches zielenpijn erin doorschemert. De vriendschap met Lou en Ree mislukte en tenslotte liet zijn verstand hem ook nog in de steek en omhelsde hij in Turijn ‘zichzelf’ als afgeleefd paard. Had die omhelzing voorkomen kunnen worden? Misschien. Maar dan had hij bij de fotograaf het lef moeten hebben zelf in de kar te gaan zitten. Met Lou en Ree als trekpaarden ervoor. Dan was er een foto ontstaan die de sfeer had opgeroepen van een Adam en Eva die met hun denkende God het paradijs uit rijden.

Pijn

ScreenHunter_284 Jun. 03 21.48

Zijn leven lang leed Nietzsche aan migraineaanvallen waarbij hij soms het bewustzijn verloor. Paul van Tongeren schreef over die ziekte een fraai artikel in Trouw. Enkele dagen voordat hij geestelijk instortte, omhelsde hij in Turijn een paard, zo wil een beroemd geworden anekdote. Het gebeurt op 3 januari 1889: Nietzsche loopt op straat en ziet hoe een koetsier z’n paard afbeult. Hij rent erheen en slaat zijn armen om de hals van het dier en barst in snikken uit. De koetsier stopt met het geven van zweepslagen. Een paar dagen later is de filosoof waanzinnig geworden. Elf jaar lang wordt hij verzorgd, eerst door zijn moeder en de laatste drie jaar door zijn zus. Die zit te rommelen in zijn teksten waardoor het lijkt alsof zijn filosofie de rassenpolitiek van de Nazi’s rechtvaardigde, terwijl hij juist gruwde van dergelijke zelfverheerlijking.

De mythe

Hij overlijdt 25 augustus 1900. De anekdote van de omhelzing van het paard verschijnt enkele weken later in een Turijnse krant. De schrijver is anoniem en niemand trekt de feiten na. Pas in 1930 wordt het bericht weer aangehaald en vanaf dan krijgt het algemene bekendheid en het wordt een legende. Pas in 1973 doet de Italiaanse schrijfster Ancleto Verrecchia er onderzoek naar. In haar boek La catastrofa di Nietzsche a Torino (1973) laat ze een opvallende overeenkomst zien met een scene uit het boek Schuld en Boete (1866) van Dostojewski. In deel 1, hoofdstuk 5 droomt Raskolnikov hoe dronken boeren een paard dood ranselen. Hij wordt overmand door medelijden en valt het dode dier om de hals en kust het.

Er is alle reden te veronderstellen dat Nietzsches omhelzing van het paard niet echt is gebeurd. De schrijfster Verrecchia laat zien dat de roman van Dostojewski de bron is van de mythe. In de roman is de scene met het paard gebruikt als illustratie van de innerlijke strijd die de hoofdpersoon Raskolnikov voert met zichzelf en het leed in de wereld. Nietzsche las werk van Dostojewski en had bewondering voor de schrijver. Hij waardeerde diens strijd tegen het nihilisme, maar deelde diens antisemitisme en orthodoxe vroomheid niet.

dostojevski raskolnikov

Naar aanleiding van de mythe verscheen in 2011 de film The Turin Horse. De film begint met het vertellen van de omhelzing van het paard en vervolgens wordt het troosteloze leven van het paard vertoond. Het is een naargeestige film waarin het afgeleefde paard uiteindelijk stopt met eten, weigert nog te lopen en sterft. Je kunt je afvragen of het dier dan niet beter uit zijn lijden verlost had kunnen worden, zoals de dronken boeren doen in Dostojewski’s roman.

Vloeken in de kerk

Nietzsche-fans storen zich aan de mythe. Feit en fictie zouden teveel door elkaar lopen. Nietzsche zou in werkelijkheid nooit een paard omhelsd hebben, hij zou eerder een afkeer hebben gehad van paarden. Immers, in 1868, toen hij zich als vrijwilliger had opgegeven voor de Pruisische artillerie, liep hij een pijnlijke blessure op toen hij in het zadel sprong en met zijn borst op de pommel terecht kwam. Daarbij scheurde hij zijn borstspieren en kon ook maandenlang niet lopen. Door zo’n stom klotenpaard! Toch is de omhelzing op zichzelf niet hun grootste bezwaar. Hun belangrijkste argument tegen de mythe is dat Nietzsche medelijden zou hebben getoond. Hem in verband brengen met medelijden, is vloeken in de kerk.

pferd nietzsche

Inderdaad lijkt het niet waarschijnlijk dat Nietzsche aan het einde van zijn leven zou zijn gezwicht voor een christelijke moraal van schuld en boete (met een vrouw in de rol van lijdzaam geweten). Dat zou in strijd geweest zijn met zijn filosofie waarin hij juist tegen zo’n moraal ageerde. Hij maakte zich ook ernstig zorgen over de consequenties van die moraal en voorspelde dat deze in Europa tot weinig goeds zou leiden. En ja, de jaartallen 1914-1918 en 1917, en 1940-1945 roepen gruwelijke beelden op.

Hoe staan we er nu voor in 2018? Zijn we de psychische hoefbevangenheid de baas? Of zijn we, ondanks ons relatieve welbevinden (en goede tandartsen), feitelijk weinig veranderd? Wie staat er echt met beide benen op de grond? Hangen we eigenlijk niet met onze kop aan een blinde muur?

Sprookje

Voor mij is Nietzsches omhelzing van het paard geen mythe, maar een sprookje. In sprookjes klinkt volkse wijsheid door. En de ervaring leert: hoe fijner het volk, hoe weidser de wijsheid. Mijn sprookje begint met de roman Schuld en Boete van Dostojewski die in 1866 uitkwam. Nietzsche kan de roman gelezen hebben, al melden Nietzsche-fans dit niet. Als hij de roman las en de scene van het paard kende èn hij omhelsde in Turijn een paard (wat niet is te bewijzen), wat zegt dat dan? In mijn sprookje beschikt Nietzsche over een groot empathisch vermogen. Hij ziet hoe de koetsier het paard afbeult en dit raakt hem diep omdat hij zich met de gebeurtenis vereenzelvigt. Hij is zelf de koetsier (wagenmenner) èn het paard dat onder de zweepslagen bezwijkt. Te wreed is de ik voor zichzelf geweest, te streng in het doorgronden van de eigen aard. En kijk, nu kon dat arme paard niet meer.

nabokov paard

Moraal

Tussen Dostojewski’s romantische medelijden en het filosofische medelijden van Nietzsche zie ik een groot verschil. Filosofisch medelijden is niet een huilerig of heldhaftig begaan zijn met het leed van anderen, maar een intens verdriet om zichzelf. Toegegeven, Dostojevski’s romans lezen als een trein en leggen op ontluisterende wijze menselijke eigenschappen bloot, meehuilen met hem en zijn christelijke moraal kan verleidelijk zijn.

De Russische schrijver Nabokov, die in 1917 van huis en haard werd verdreven, had weinig waardering voor Dostojewski. Hij ergerde zich aan diens inconsequente ideeën en had een hekel aan de vulgaire en hysterische personages. Andere critici oordelen milder, zij vinden dat pathetiek en vulgariteit juist wezenskenmerken zijn van het ware leven. De vraag die hen te stellen is, is wat zij dan onder het ware leven verstaan en hoe zij bijvoorbeeld Nabokovs Lolita waarderen. Zien zij die roman als een weergave van het ware leven? Ik las dat boek als een ontmaskering van de Amerikaanse ziel die meent aan een christelijke moraal fatsoen te kunnen ontlenen. Nabokov verliet Amerika en ging naar Zwitserland. Zijn Lolita is de paardensprong waarmee hij ‘Gods own country’ het nakijken gaf.

Het innerlijk

Vroeg of laat (of nooit) beuk je met je kop tegen de muur om te zien wat er aan de andere kant is. Wat ik daar zie? Sprookjes waarmee ik mezelf moet zien te overtuigen.

Wordt vervolgd