Het vliegende paard van Gansu is een bronzen beeldje uit China, gemaakt in de 2e eeuw. Tijdens de culturele revolutie in 1969 werd het opgegraven door boeren in het plaatsje Wuwei. Ze vonden in de grond een oud kloostergewelf en het graf van een legergeneraal. Het vliegende paard is over de hele wereld tentoongesteld en werd de icoon voor het moderne China. Ik vond het volgende commentaar:

“Terwijl het paard langs het zwerk vliegt, stapt het op een zwaluw die bewonderend naar hem opkijkt. Anders dan de Westerse Pegasus maakt het Chinese paard geen gebruik van vleugels, hij galoppeert op eigen kracht en is sneller dan de wind.”

De oorsprong van dit commentaar kon ik niet achterhalen, maar de bedenker ervan ziet iets over het hoofd. Het kan natuurlijk zijn dat het paard de zwaluw uitlacht terwijl hij over hem heen walst, toch denk ik dat de Chinese monniken met dit beeldje iets anders wilden vertellen. Want waarom houdt het paard zijn hoofd zo scheef en doet hij zijn best om de zwaluw te zien?

Dit paard weet best dat hij in het echt niet vliegen kan, het is steeds de zwaluw die hem draagt. De bewondering is dus wederzijds, het paard ziet de draagkracht van kleine zwaluw en de zwaluw ziet hoe het paard zijn evenwicht bewaart en niet naar beneden valt.