.
.
geen made eet zich door de spiegel
vliegen willen is de weg van ’t vlees
.
na de laatste cellen zucht
heerst stilte
in het uitgebloed gebaren geborchte
hangt uitgeput ’t licht
.
kom dan harpen sluimer
van luier tot luid, luider
geluid, door het open venster
baar de vogel in het stemnest
.
geen spin ontspint zich als vlinder
schrap woorden o wind
voor de glasdraad ermee, pak
aan voor het vierkant boeket.
.
Er was eens een bromvlieg te Haren
die wist zeer rechtlijnig te varen
maar hij had het te kwaad
en hij wist zich geen raad
bij het zien van de woelige baren
.
een andere vlieg uit Sint Andries
bezag het wat meer optimisties
hij ging aan de zwier en
riep: ‘Kiek noe ‘ns hier
altegaar bint wie soam ja Kuu-bist-ies!’
.
*
.
beginnen is het plooien
van een podiumgordijn
.
paardenbloemen ruggen zaaien
ronde gaten in het licht &
sussen de panisch ontstoken
loden mug van munch
.
jaarringen in foetushouding liggend
op wat komt: zonlicht vallend &
een schaduw: bomen in doorsnee
op de bühne opzien baren
.
geen putter ontzingt zich aan z’n zang
geen kerkuil grijpt engelachtig mis
of vliegt met goedhartig gezicht
in de fuik van eigen ervaring.
.
Er was eens een mug te Den Helder
die had iets verstopt in de zelder
in het diepste geheim
onder drie lagen rijm
uit angst voor de grote vergelder
.
die zel ef de mug uit Den Helder
zag een schaduw gaan in z’n kelder
hij schrok zich een aap
brulde als een satraap:
‘Had ik jou niet gestopt in de zelder!’
.
*
.
als de tijd van de graat valt
voeren valken hun jongen
.
vlindervleugels ontrafelen, distelbollen
oogholtes uitpluizen kraakbeen strotte-
hoofd, brengt niets dichter bij ’t stuifmeel
: die éne voelspriet is ’t die ’t hem doet
&
de zwart-witte kat surfend op de cel-
lofanen zee met de terminaal vallende
meeuw in ’t eigen donzen dekbek, de
aloude tao droomt zich een autoped
.
een kribbe op de kubus
op het feest der dryaden, aanbidders
van dottig verpakkingsmateriaal
figureren naast de uitgelatene.
.
Er was eens een bij te Rockanje
die hield niet van fratsen en franje
niet van tierelantijn
lachen giechel en gein
wars van paars blauw groen rood geel oranje
.
een andere bij uit Rockanje
zag een uitdaging dacht: ja dat kan je
en hij kwam dichterbij
bij de sobere bij en
nu drinken ze samen champagne.
.
*
.
is gezond verstand ver te zoeken
dan ligt het dichtbij op de loer
.
na elke bijendans huppelen ontlijsterende
spinnenpoten luchtig om hun as, gonst ’t van
sandwitches in plastic flessen, meezingkuren
organizerend in ieders boodschappentas
.
door de zoveelste geboortegolf heen vatten
grijpnagels de vos in de kraag, bijt de wind
in z’n bit en pikt de roek het klokhuis in:
alle tijding gaat gebukt onder bewijslast
.
is de bromvlieg boos en de roek
roekeloos? klapwiekt de lelie,
neuriet op riet de libelle?
nimmer trok zien meer bekijks.
.
Een bloem in de wei te Borgharen
kon vliegen en bijen vergaren
ze begreep niet waarom
maar was zeker niet dom
en ze trok ’t verstand aan de haren
.
die ging toen op zoek naar de oorzaak
en er volgde ook bijna een doorbraak
maar in ’t zicht van de bron
keek hij op naar de zon
en sindsdien ruikt de bloem nu in beeldspraak.
.
.
.
Foto: Claire Morgan, Bed 2009
(Tentoonstelling Claire Morgan in het Brabants Museum in 2017)