
.
De Hef
.
Ik ging naar nul-10 om De Hef te zien.
En ja, Erasmus’ doop indachtig, zag ik
het ijzeren gevaarte – laatste getuige
van het oude luchtspoor misschien.
.
Een minuut of wat stond ik te loeren
het hoofd vol van de stad, toen een doffer
roestrood, geringd en wel, naast me
neerstreek en heftig begon te koeren.
.
Laat mij daar twee schepen zien, ze varen
onder ons door. Goede Hoop gaat stroomop
het ruim vol water, nogal maf. In het lege
ruim van de ander, stroomaf, staat ‘n ladder.
.
Ze passeren elkaar en kijk, even is het
als bevaren ze één en hetzelfde spoor.
.
.
Vikingen en pizza
.
Hotel Amerika verging liggend aan de kade, ik
was aan boord en volgde een gedachtegang
als in de hoefslag van een gemaskerd paard
.
uit wiens verdronken toespraak woorden
in luchtbellen de weg omhoog zich hervonden
in mijn klinkend oor. O, dacht ik, o, dus zo
.
vindt hij gehoor en blijft toch onvindbaar
in het wereldmuseum – als as door moeders
uitgestrooid. Hotel Amerika verging, ik stak ‘t
.
in de fik. Bij ’t roer stond ik, onbespied kijkend
naar hoe water taxiet, hoe een woord via
de luchtweg ‘t luchtruim in, in oren zich verliest.
.
Ik wachtte in het ruim en liet het water komen.
Daar kwam het, bubbelend en bruisend en het
stonk. Ik beet in de ijzeren bodem toen we zonken.
.