
.
Kijk aan, een nieuw gezicht. Welkom in dit gevaarte, maakt u het zich gemakkelijk. U bent de eerste, de anderen zullen zo wel komen. Hoe bevalt de reis u tot dusver? O, u komt niet voor de kathedraal? Ik ook niet. Houdt u trouwens van deze muziek? Weet u, ik twijfel vaak tussen Vivaldi en Bach. Vergeleken bij de vier seizoenen heeft Bach toch vaak iets van een klompendans. Maar zonder Bach geen Ave Maria… de dames in de kathedraal hebben dus een punt met hun Qubits, maar voor het overige hebben ze Hesses Glasperlenspiel te letterlijk genomen. Of ben ik nu oneerbiedig? Vivaldi is van de waterspiegel en de heldere lucht. Met Bach daal je naar de zeebodem af, en ach ja… daar diep ik mijn schepen op en leer ze lopen.
Ik bevind me ten zuiden van het verleden. En u, waar bent u? Wat zegt u? In het inwendige? Heel ad rem. Maar wèlk inwendige? Kent u het sprookje van de heks Baba Jaga en haar hut die danste op kippenpoten?

U wilt weten waar dit schip op hanenpoten naartoe loopt? Naar de óórsprong! Mijn hele leven ben ik al onderweg. Ik voer naar de bronnen van de Rijn en ook naar die van de Nijl. Ik reisde door het oerwoud, of wat er van over is, en zag de bronnen van de Amazône. Ik beluisterde de bron van moedertje Wolga en die van old man Mississippi. En nu varen we de Tigris op, naar de bron voorbij de Inanna-Kathedraal. Nee, zo’n kathedraal is niks voor mij. Waarom zou iemand nakomelingen willen? Wat zegt u? De toekomst? Goed idee, dat wordt vanavond ons gespreksonderwerp. Het toekomstige paradijs. Nee? U bent realist? U gelooft toch in vooruitgang? Of bent u zo iemand die alle narigheid afschuift op de Verlichting? Juist, een paradijs is altijd relatief te bezien.
Cruise of kruis – dat was ooit the question. En de scheepsmast bleek het antwoord te zijn. Waarom het schip zo heet? Ik zal het u zeggen, ik wilde het de Red Oktober noemen, maar dat klonk te gejaagd. De Nautilus vond ik gedateerd. En de Pequod had gekund, maar dat klonk te kannibalistisch en ik associeerde het met Nina Hagen: ‘Jetzt stehst du da an der Laterne, mit Tränen im Gesicht.’ Te fatalistisch. Meer iets voor wie de Verlichting niet aankrijgt. Ik koos voor: TFD, The Flying Dutchman want echte zeelui zwemmen niet, ze varen ook niet, ze vliegen! Maar dat moet u niet te serieus nemen want vliegen is eigenlijk ook een soort van zwemmen, nietwaar? Maar de TFD bezwèmt niet, hij bestáát. Lust u appeltaart?

Dit schip is àlles: een park, fabriek, klooster, platform, kazerne, school, politieke partij, theater, thuis, kantoor. Behalve een kraamkamer. Nakomelingen? Ik moet ze niet. Het woord zegt het al, ze komen altijd te laat. Of nageslacht – dat addergebroed, dat komt als wij zijn afgeslacht en opgeofferd. Ik weiger slachtoffer te zijn van enig nageslacht. Wat zegt u? Als kapitein Achab die zo nodig de witte walvis te lijf moest, klink ik nu? Ja, dat lot is onvermijdelijk ’t mijne. En nageslacht ’t meiden-lot.
Nee, ik houd niet van transparantie. Van de hak op de tak, zegt u? Dat is hier de gewoonte, daar went u maar aan. De waarheid wervelt en is troebel. Columbus zou Amerika nooit hebben ontdekt als de zee transparant was geweest. Dan zou hij de onmetelijke afgrond hebben gezien waar hij overheen moest zweven… Hoogtevrees! Troebel water, alleen daarom durfde hij het aan. De mens is een oppervlakte-wezen: oppervlakkigheid is de hoogste vorm van diepzinnigheid. Dat is het geheim van elk stoer zeemansverhaal. Ik zal u eens wat zeggen, de enige die over water kan lopen, ben ik! Hahaha!

Wat zegt u? U gaat niet naar de kathedraal want u hebt geen genenpaspoort? Ongelooflijk! Hoe bent u dan hier beland? Dan bent u dus tijdloos! Hoe bestaat het!
Ik ouderwets? Stieren doden? U denkt toch niet dat ik echt… dat ik een stier… dacht u dat echt? Hahaha! Deze outfit is puur voor de vorm. Waarom? Mensen willen graag iets geloven. Ze verzinnen met een aantal gelijkgestemden een Imago en ze doen met z’n allen alsof hun nuttige fictie echt bestaat. Maar ze zouden vierkant van hun geloof vallen als dat Imago binnenkwam en zei: ‘Hier ben ik.’ Dus wat denkt u dat ik doe als er een stier binnenkomt?
Overigens stelt dat ontbrekende genenpaspoort mij voor een raadsel. U bent als een witgemutste schim, als een sneeuwberg in de lucht… Afkomstig uit de dynamische genenpools, u bent het resultaat van een genetische mutatie op de zeebodem. Wie was uw kok? De blinde evolutie? Kapitein Nemo? In oude geschriften was de zee altijd afgrondelijk, met drijvende doden en zwemmende monsters. En u komt er vandaan?
Ik merk dat u er het zwijgen toe doet, dus ik vraag Laozé er straks naar. Stel je voor… daar gaat dan mijn stelling van de mens als oppervlakte-wezen. Laozé spreekt de taal van water en hij weet alles van embryologie. De samenleving is volgens hem een utero-technisch project. Ben benieuwd hoe hij u in zijn amfibische antropologie inpast, want u bent zwijgend ondergedoken in goddelijke anonimiteit.
Kijk eens aan, ik zie buiten de anderen aankomen, ze gaan aan boord. Yukio heeft zo te zien een melancholische bui. Daar was ik al bang voor, ik zag hem vandaag in z’n oude familiealbum bladeren. We fleuren hem zo wel op.
.

.
En Laozé, die ouwe bokkenrijder, probeert indruk op ons te maken, ziet u dat? Hij loopt niet, hij laat zich rijden. En onze ouwe trouwe Max heeft vandaag iets lopen bekokstoven, dat zie ik. Met hem moet ik oppassen, ik kan niet zomaar wat uit mijn duim zuigen want dat merkt hij, hij weet echt àlles.


En de Janssens? Twijfelaars zijn het. Zie ze daar staan, ze kunnen niet beslissen of ze aan boord zullen gaan, of niet. Maar ze komen beslist, let op mijn woorden. En ze komen maar voor één ding. En dat maakt dat ze in wezen niet verschillen van Mr Smith, op wie ze juist zo afgeven. De virtuele flapdrollen (ssst… laat Mr Smith ’t niet horen…). Ze doen niet voor elkaar onder, al voelen de bolhoeden zich boven allen verheven en wanen ze zich De Twee. Een onnozel duo, een zwakke imitatie. Wat zegt u? Juist, die tweede wandelstok… Misschien helpt u ze een handje, want ik vrees dat ze anders de reling niet halen.
.
.