Tjarco Duinstra

Alle artikelen van Tjarco Duinstra

 

Dakloze lach zoekt een klooster

Het begin De kloosterroman De vlucht van Issaschar waar ik met tussenpozen aan werkte, ligt in de winkel en dat is best een raar gevoel. Hoezo? Als schrijver doe je het daar toch voor? Jawel, maar het heeft iets onwerkelijks. Het boek is nu te koop en men leest het. Hoe zal dat zijn? Hoe leest men mij? Ieder leest op een eigen manier en dat maakt lezen spannend, maar als een boek niet aan de verwachtingen voldoet, leidt dat tot teleurstelling. Wat bewoog me tot het schrijven van De vlucht van Issaschar? Ik begon eraan tijdens een roerige periode. Mijn zoon was net een jaar oud; ik kon mijn draai niet vinden in het onderwijs en raakte voor de zoveelste keer zonder werk; mijn relatie liep stuk en ik woonde weer op mezelf. Elementen uit die periode vormen de basis van het verhaal. Er ontsponnen zich verhaallijnen, karakters ontwikkelden zich, ik vond een vertelperspectief. De studie filosofie/theologie liet zich
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 8

Hebben jullie het al gehoord? Nee? Moet je horen. Jullie waren al binnen, maar ik stond nog voor de kathedraal afscheid te nemen van onze gast. Bij de deur hield hij mijn hand vast en vroeg me naar het water. Ik zeg: ‘Als hydrobioloog weet ik wel het een en ander, maar wat wilt u precies weten?’ Toen vroeg hij naar het Afroditische model, want hij had me er gister iets over horen zeggen. Dus ik vertel over de fluïde wetenschap en dat reologie tegenwoordig het belangrijkste wetenschappelijke paradigma is. Dat het universum wordt verstaan als een meervoudigheid van stromen, als een fluctuerend netwerk. En dat dit te danken is aan Thales van Milete, de oude Griek die door latere filosofen belachelijk werd gemaakt. Zodoende keerde de filosofie het water de rug toe en dacht men liever na over macht, hiërarchie, geld en bedeling. Dat was compleet nieuw voor hem. Hij wist ook niet dat de mechanistische wetenschap vervangen is.
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 7

Wat een prachtige ochtend, wat een schitterende zonsopkomst! Het is alsof ik weer thuis ben in Japan. Een gevoel herboren te zijn, net wat u zegt. En wat een verrassing dat u met ons meereist. In de verte zie ik de toren al van de Inanna-kathedraal. U zult niet mee naar binnen gaan, dat weet ik. Bij de deur zullen we afscheid nemen van elkaar. Maar nu wandelen we samen in de ochtendzon. Deze wandeling stemt me hoopvol omdat ik u kan leren kennen, maar tegelijk stemt het me melancholiek. Waarom? Omdat de ontmoeting ook het afscheid nemen in zich bergt. Wat zegt u? De religieuze sfeer van een kathedraal bevalt u niet? Wel, wat mij betreft had men het gevaarte moskee mogen noemen, of politbureau, Wit Huis, Kremlin, Tai Mahal, of parlement. Kafka-lezers noemen ’t een slot. En liefhebbers van Thomas Mann vinden het een sanatorium. Zelf zie ik het als een gouden paviljoen. Maar het maakt geen verschil,
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 6

6 september 1963 Beste Pablo, Gister hebben we Braque begraven en jij was er niet, logisch, want je bent als de dood voor de dood. De uitvaart was in Varengeville-sur-Mer, in de kerk op de krijtrots met uitzicht op zee. De kist stond onder het raam met de boom van Jesse, de takken hebben de vorm van bootjes. Er was muziek van Bach en van Satie, het was prachtig. Het afscheid was verdrietig, ik heb erg gehuild. . Thuis bladerde ik in Braque’s Résurrection de l’oiseau. En kijkend naar de prachtige vogels die hij maakte, huilde ik weer, omdat ik zag hoe hij heeft geworsteld om te geloven in het goede. Logisch, hij vocht in de loopgraven in ’14-‘18. Wat jammer dat we hem nu voor altijd moeten missen. Elgar schrijft in het boek over de symboliek van de vogel. Dat de vogel eens een symbolische betekenis had, hij was bemiddelaar tussen de hemel en de aarde. Na de Renaissance
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 5

Zo! Hallo zeg, aan handen en voeten die touwladder op, wat een klus! Maar ’t is gelukt, ik ben aan boord. Een hemelladder, net wat u zegt. Als historicus zou ik dan toch zeggen: een Jacobsladder. Verrassend, ik had u niet aan boord verwacht, maar u bent er dus al. Onze gastheer is elders bezig en brengt nog zaken in gereedheid? Mooi. Nu we dan onder ons zijn, wil ik u wat vragen: wat dunkt u van Ruïz’ vaartuig? Denkt u dat hij er het ruime sop mee op kan? Oh, onze toreador heeft u wijsgemaakt dat hij zijn vervoersmiddel op muziek van Bach van de zeebodem opdook? Onzin natuurlijk, Ruïz kent Bach niet echt. Kijk maar naar zijn personeel, alles oogt eender, ieder wil hier op elkaar lijken en men praat elkaar na. Meelopers zijn het. Eeuwig zonde, juist omdat Bach een antigif is tegen deze zonde. Ik kan u verklappen dat onze gastheer niet zo origineel is als
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 4

. Kijk aan, een nieuw gezicht. Welkom in dit gevaarte, maakt u het zich gemakkelijk. U bent de eerste, de anderen zullen zo wel komen. Hoe bevalt de reis u tot dusver? O, u komt niet voor de kathedraal? Ik ook niet. Houdt u trouwens van deze muziek? Weet u, ik twijfel vaak tussen Vivaldi en Bach. Vergeleken bij de vier seizoenen heeft Bach toch vaak iets van een klompendans. Maar zonder Bach geen Ave Maria… de dames in de kathedraal hebben dus een punt met hun Qubits, maar voor het overige hebben ze Hesses Glasperlenspiel te letterlijk genomen. Of ben ik nu oneerbiedig? Vivaldi is van de waterspiegel en de heldere lucht. Met Bach daal je naar de zeebodem af, en ach ja… daar diep ik mijn schepen op en leer ze lopen.   Ik bevind me ten zuiden van het verleden. En u, waar bent u? Wat zegt u? In het inwendige? Heel ad rem. Maar wèlk inwendige?
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 3

. Ach ja, het jaar 2284 alweer, de tijd vliegt, net wat u zegt. Zeker als je te voet onderweg bent naar Ninevé, de stad waarvan de ruïne, volgens dr. Max, door ISIS tijdens de Jihadistische beeldenstorm in 2014 werd vernietigd. Wat zegt u? Inderdaad, de Nergal en de Mashki poorten moesten eraan geloven. Maar dat was niet het einde van een cultuur die eigenlijk al was vergeten. Nee, op de puinhopen ontstond de huidige staat! De poorten zijn herbouwd en bieden toegang tot de Inanna kathedraal. En daar gaan we nu heen, wij mannen, met het genenpaspoort op zak. Net wat u zegt, een bedevaart. Nu u ongevraagd met ons meewandelt, stel ik ons eerst aan u voor: Voilà, dit is mijn collega Tjepkema en ik ben Hepkema. Privéfilosoof. Aangenaam.  Aangenomen hoor, Hepkema! Sterker nog, als die niets zoekt, maar alles vindt! Weet u, vanochtend beluisterde ik via mijn oor-chip Le Poisson rêveur van Satie. Dat was echt nodig
Lees verder...  

Picasso-opera scene 2

. Ergens klinkt het lied van een walvis die vol verlangen onderweg is naar huis. Op zijn rug staan twee reisgenoten die hem al jaren vergezellen. De Twee dragen elk een bolhoed en een lange zwarte regenjas en ze voeren een gesprek, of beter gezegd, ze discussiëren al een eeuwigheid over ware kunst en waar je die aan kunt herkennen. Met opgeheven vinger spreekt de ene, niet om de ander de maat te nemen, maar om hem erop te wijzen dat hij de pointe van wat hij wil zeggen nu bijna te pakken heeft. Geduldig luistert de ander terwijl hij leunt op zijn wandelstok. Zijn geduld is hem niet aangeboren, hij heeft het zich aangeleerd. Of, je zou ook kunnen zeggen dat hij zich al jaren niet meer afvraagt wat er zou gebeuren als de grond onder zijn voeten nu eens plotseling naar de bodem dook. Het Tweetal Er is weinig bekend over het Tweetal en wat we weten, stamt
Lees verder...  

Picasso-opera, scene 1

Aan een draad uit het plafond hangt een gloeilamp en bij het licht ervan schrijft de schilder. Hij zit aan een tafel in zijn atelier, langs de muren staan schilderijen. Op de hoek van de tafel ligt de Figaro van zaterdag 24 december 1935 en naast de krant ligt een dameshandschoen waar bloed aan zit. De hand met de pen beweegt over het papier en de schaduw van de hand volgt met kleine schokjes, het is alsof de schaduw liever elders was en met tegenzin met de hand meebeweegt. De schilder neemt een trek van zijn sigaret, staat dan op en draait de plaat om van de grammofoon die in de hoek van het atelier staat. Door de beweging in de kamer gaat de gloeilamp een beetje heen en weer en roert de schaduw van de schilder zich over de schilderijen. De plaat draait en dan gaat hij weer zitten en schrijft door op de muziek van Satie. Het is
Lees verder...  

Picasso en Gilgamesj

Daar zit je dan, naast je overleden vriend. Je beste vriend, misschien wel je enige vriend. Hij is dood. Je zit al dagen naast hem, een week al? De anderen verdragen de geur niet langer en zijn weggegaan. Jij niet. Jij blijft tot er wormen uit zijn neus vallen. Dan gaat het niet langer en begraaf je hem. Daarna zwerf je huilend door het land. Waarom verder leven en liefhebben als de ander doodgaat en jij ook? Ook jij zult sterven en dan zal je zijn als je vriend Enkidu. Eén is er die nu raad kan geven: de verre Ut-napistim die de vloed overleefde en het eeuwige leven verwierf. Je schreeuwt het uit: ‘Ik vrees de Dood en zwerf door de wildernis om Ut-napistim te zoeken.’ (Gilgamesj-epos, tablet 9). Het is alsof je hier Picasso’s klaagzang hoort. Op zijn veertiende verliest hij een weddenschap met God waarna zijn zusje Conchita overlijdt. Zeven jaar later komt in Parijs zijn beste
Lees verder...  

Spelende kinderen

. Onze Tweede Kamer stemt vandaag over het lot van 500 kinderen. Ik vind het een spannende avond, want deze kinderen doen me denken aan onze Nachtwacht en de bevrijding van het Spaanse juk: het begin van Nederland! Hadden we die oorlog toen niet gewonnen, dan spraken we nu Spaans en had ik Picasso’s poëzie nu zonder Engelse vertaling kunnen lezen. Maar ach, de Nachtwacht van Rembrandt, die hadden we dan vast niet gehad… Laat ik bij het begin beginnen: De Guernica wordt in 1957 door museumdirecteur Willem Sandberg de ‘Nachtwacht van de twintigste eeuw’ genoemd. Niet onterecht, want ondanks een kloof van 300 jaar zijn er overeenkomsten tussen Rembrandt (1606 – 1669) en Picasso (1889 – 1973). Ze maakten beiden zelfportretten en hielden zichzelf dus de spiegel voor. Picasso vond de schilderkunst opnieuw uit. Dat moest, omdat nu de fotografie bestond, een groot verschil met de tijd van Rembrandt. Daarbij kwam nog eens dat de laatste onbevangen gebruik maakte
Lees verder...  

Picasso’s gezicht

De avond ervoor had het flink geregend. En nu, wandelend door het Vlijmens Ven verbaasde ik me over alle rode vlinders en de vele orchideeën. In de lucht zongen veldleeuweriken. Als ik naar ze opkeek, brandde de zon op mijn gezicht. Tijdens de wandeling was ik in gesprek met een vriend die alles weet van het scheppingsverhaal. Hij legde me uit dat in de Hebreeuwse grondtekst de zeven scheppingsdagen te zien zijn, of te zingen, als een poëtische beschrijving van het menselijk gezicht. De zeven dagen kun je zien als zeven openingen: 2 oren + 2 ogen + 2 neusgaten en de mond. Zijn uitleg kostte wat tijd en de wandeling had dus enig oponthoud. Weer thuis stond ik voor de spiegel mijn verbrande gezicht in te smeren. Altijd bespreken we onze ideeën. Dat doen we al jaren, eigenlijk al sinds de eerste ontmoeting op de allereerste dag van de introductieweek voor eerstejaars theologiestudenten in Kampen. Dat was in 1982.
Lees verder...  

De erfenis

. Bedenk een gezicht bij tweeduizend jaar christendom. Hoe kijkt zo’n gezicht? Angstig? Trots? Verbaasd? Tevreden? Ontgoocheld? Gekweld? Zeg het maar. Picasso zoekt het antwoord en vindt er meerdere. Zijn antwoorden onderkennen niet het gezag dat sinds de Verlichting aan woorden wordt toegekend. Het motief van de Verlichting zou ik omschrijven als: ‘Woorden kunnen wachten, maar gezichten wachten niet. Vlees bederft, dus er is haast. Verf conserveert, maar dan nog: ‘t vervaagt, geschilderde gezichten sterven langzaam. Dus wachten woorden af, want zij verwachten te beërven. Het motief van de verlichting is de rede die de waarheid in pacht heeft. Tenminste, dat denken woorden. Picasso breekt met dit motief en stelt zich in dienst van de gezichten. Dat wordt voor het eerst goed zichtbaar in zijn blauwe periode. Hij schildert dan gezichten van armen en misdeelden die hem omringen. Na enkele jaren ontdekt hij de bezwerende functie van maskers en experimenteert met avatars. Die vormen een beschermend harnas waarmee hij zich
Lees verder...  

Picasso, een rampjaar

. In het vaderland Spanje dreigt in 1935 een burgeroorlog uit te breken. En in zijn privéleven loopt het huwelijk met Olga op de klippen. Als Marie-Thérèse dan ook nog zegt dat ze zwanger is van hem, breekt de hel los. Hij moet een keuze gaan maken en als er iets is dat hij niet kan, is het kiezen. Een scheiding wil hij niet omdat hij niet de helft van zijn schilderijen en geld wil afstaan. Hij wikt en weegt, twijfelt… en wordt eind 1936 verliefd op een andere vrouw, Dora Maar. Maar zover is het nog niet. Hij maakt in 1935 als een dolle etsen: de Minotauromachie. De serie wordt uitgegeven in de Vollard Suite (1939) en wordt door critici als een hoogtepunt in zijn oeuvre beschouwd. De mythische minotaurus is dan zijn nieuwe avatar. De complete serie is in 2013 in Madrid tentoongesteld onder de titel: Picasso in zijn labyrint. (Zie het spannende introductiefilmpje voor deze tentoonstelling.) Kunstcriticus
Lees verder...  

Picassomythe

. Hoe diep en hoe ver moet een mens gaan om de aard van zijn wezen te doorgronden? En hoe verloopt die reis door het collectief bewuste dat geschiedenis heet? Waar begint de tocht en waar kom je uit? Voor Picasso ligt de oorsprong 30.000 jaar terug, in Noord-Spanje, in de grot van Altamira. Hier werden grotschilderingen ontdekt in 1879. De wereld stond op zijn kop, een strijd ontbrandde tussen historici en de kerkelijke autoriteiten omdat het Bijbelse scheppingsverhaal ter discussie stond. De film Finding Altamira (2016) vertelt het dramatische verhaal van de amateur-archeoloog en zijn dochter, die de prehistorische schilderingen ontdekten. Oer-schilder Picasso zou gezegd hebben, nadat hij de grot had bezocht en weer buiten stond: ‘Alles na Altamira is decadentie.’ Hiermee aangevend dat de ware schilderkunst in Altamira te bewonderen is en dat alles erna een aftreksel is van deze oer-schildering. Echter, Picasso’s vermeende uitspraak, vaak geciteerd, gekopieerd en opnieuw geciteerd, maakt deel uit van de Picasso-mythe. Hij
Lees verder...  

Picasso, zeg maar

. Het jachtseizoen was geopend. Maar als ik dacht hem in het vizier te hebben, dan was ’t steeds mijn eigen masker, het keek me in de spiegel aan. Onvermijdelijk stel je je dan de vraag: herkent een schaap de wolf in schaapskleren, of is het een wolf die zijn verklede soortgenoot herkent? Picasso proberen te begrijpen, is verslavend. Critici van zijn werk beamen dit. Wie zich in zijn kunst verdiept, komt er niet gauw van los. Dit is al mijn 6e stuk over hem en er staan er nog 2 in de steigers. Wat maakt het willen ontmaskeren zo verslavend? Het is denk ik mijn jachtinstinct dat de krachtmeting inschat en snuffelend sporen zoekt in de Picasso-mythe. Of misschien ben ik de zoveelste stier in de arena en jaag ik op een rode doek waarachter niets zit? Aanvankelijk wilde ik weten waarom Picasso het paard zo afbeult. En nu dwaal ik in het labyrintische oog van zijn stier. Het
Lees verder...  

Koningsdag 2020

. . .
Lees verder...  

Picasso en Bach

. . Maria houdt haar dode kerstkind in de armen. Zij is de Piëta van Michelangelo geworden, Kerst en Pasen vinden gelijktijdig plaats in Picasso’s stal. De schilder speelt met de tijd: het gelijktijdige is een vormkenmerk van het kubisme waarin meerdere gezichtspunten op hetzelfde moment samenkomen. Tijd is niet langer een lineair perspectief met begin en eind, maar een intense ervaring waarin einde en begin samenkomen. Zo wordt de stal een gebombardeerde kerk, de os wordt stier en het onderscheid tussen hemel en hel is weggevallen. De amandelvormige ogen van de stier zijn ontleend aan de Byzantijnse fresco’s van de San Clementekerk in Tahull. Tenminste, volgens Gijs van Hensbergen in zijn bijzondere boek ‘Guernica, Biografie van een icoon van de twintigste eeuw’ (2005). Picasso bezocht het Spaanse bergdorp in 1936 met Dora Maar, een jaar voordat hij de Guernica schilderde. In Tahull zag hij de majestueuze Christus Alleenheerser die omringd is door engelen. Onder de christusfiguur bevinden zich de heilige maagd en
Lees verder...  

Allesweter

. Dit stuk gaat niet over het Corona-virus Wel doet de omslag van de roman Explicador van Sander Pleij vermoeden dat de schrijver de gave heeft van een vooruitziende blik. De roman is in zekere zin ‘profetisch’ te noemen. Waarom was hij niet te gast in het tv-programma Dwarse Denkers van Özcan Akyol? In een vervolgserie is hij er hopelijk bij, want het lezen van zijn roman roept vragen op en had op mij een Icarus-effect. Icarus ontsnapte uit het labyrint van koning Minos en hij verliet Kreta dankzij vleugels die hij aangereikt kreeg van zijn vader. Icarus vloog te hoog en stortte in zee. Ik ben in Explicador niet verdronken en dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat Sander Pleij in een labyrint gevangen zit omdat hij de vleugels niet aangebonden kreeg. Hoe zit dat? Wie aan Explicador begint, krijgt een beeldenvloed over zich heen en gaat kopje onder. Je weet dan dat het boek is
Lees verder...  

Gedichten ophef

. De Hef . Ik ging naar nul-10 om De Hef te zien. En ja, Erasmus’ doop indachtig, zag ik het ijzeren gevaarte – laatste getuige van het oude luchtspoor misschien. . Een minuut of wat stond ik te loeren het hoofd vol van de stad, toen een doffer roestrood, geringd en wel, naast me neerstreek en heftig begon te koeren. . Laat mij daar twee schepen zien, ze varen onder ons door. Goede Hoop gaat stroomop het ruim vol water, nogal maf. In het lege ruim van de ander, stroomaf, staat ‘n ladder. . Ze passeren elkaar en kijk, even is het als bevaren ze één en hetzelfde spoor. . . Vikingen en pizza . Hotel Amerika verging liggend aan de kade, ik was aan boord en volgde een gedachtegang als in de hoefslag van een gemaskerd paard . uit wiens verdronken toespraak woorden in luchtbellen de weg omhoog zich hervonden in mijn klinkend oor. O, dacht ik, o,
Lees verder...  

Picasso’s stier

. Wat is er gebeurd met de jongen die droomde dat hij Pegasus leiden kon? Zijn droom uit 1906 was geschilderd bij kaarslicht. In de Guernica spat zijn droom onder elektrisch licht uit elkaar en verdrinken de kleuren. Pegasus is dood. Wie nog in dat paard geloofde, hervindt zichzelf ontzield in een zwart-wit schimmenrijk. Waar is de jongen nu? Daar staat hij. Hij droomt zich een nieuw dier: een stier met een gezicht waar het licht geen vat op krijgt. Tenminste, dat denkt hij… . . Direct na de expositie begonnen de speculaties over de betekenis van de stier. Volgens sommigen verbeeldt hij de wreedheid en het paard het volk, terwijl anderen de stier zien als de representatie van het volk. Picasso zelf wilde er niet veel over kwijt: ‘Deze stier is een stier en dit paard is een paard. (…) Het publiek dat het doek bekijkt zal in het paard en in de stier symbolen zien die ze zo
Lees verder...  

Picasso en Europa

De beroemde kunstenaar Picasso overleed in 1973 en sindsdien waart zijn geest via zijn kunst rond de wereld. Door sommigen wordt de kunstenaar vereerd als een god, maar bankdirecteuren kozen voor hun ware god: Zeus. Hij was het immers die Europa verleidde. Wat zou er zijn gebeurd als de Griekse god zich niet had vermomd als witte stier en niet de Fenicische prinses Europa had ontvoerd? Zonder dat verhaal zou er niet een beeld van Rik Poot op het Provincieplein in Leuven hebben gestaan. En hadden we niet de mythische prinses Europa als waarmerk gehad op de nieuwe eurobankbiljetten. Mario Draghi was maar wat graag bereid om in een filmpje uitleg te geven over het besluit van de Europese bank. Het klinkt als een sprookje, maar vrolijk kijkt Europa op de bankbiljetten niet. Zeus deed het dus wel. Hij liet zijn wellustige oog vallen op de dochter van de Fenicische koning. En in de gedaante van een zich vriendelijk voordoende
Lees verder...  

Ameland

. . . .
Lees verder...  

Acht voor in de schoen

. 8 Sapates . Hijs ‘m op, de grijze muis Hieperde jieperde kieperde piep Hij s ‘m opde grijze muis Hiep erde jiep erde kiep erde piep . Wraak de noten houten boot Vouwte kauwte rouwte oud Raak de noten houten boot Foute koute rauwte out . Ring de wijde zoute zee Zing water zing water Zing water zing Ring de wijde zoute zee . Ruik ’t kuiken in de kruik Wortel mortel knoflook ui R ui kt kuik enin de kruik Word tel mort elk no fl o ok ui . Eet je scherpe messen dik Rikke tikke takke tik Eet je scherpe messen dik Ticket akker ikket ik . Gris de hare van de steen Rare ware hare maar G r is de hare van de steen Ware mare hare raar . Licht de hoge platte huid Ondersteboven achterstevoor Likt de oge platte uid Onderste b oven acht erste v oor . – – – – . .
Lees verder...  

Mobiliteit en filosofie

Ik werd verrast door een column van Hans Peter Benschop over mobiliteit en filosofie. Hans werkt bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en nodigde collega’s uit voor een meet-up. De overall-organisatie lag in handen van: Platform WOW, NMTM (New Movements in Transport and Mobility), CROW en Platform31 In zijn uitnodiging vertelde Hans Peter: ‘Als iets werkt, waarom zou je dan dingen veranderen? Maar als we verkeerskundigen mogen geloven, is dat niet de situatie. Nog steeds waarschuwen zij voor verkeersinfarcten, nog steeds staat mobiliteit op gespannen voet met het milieu. Ons beleid is blijkbaar niet in staat om beoogde doelstellingen te realiseren. Moeten we die doelen zelf dan niet eens analyseren? Zijn we wel precies genoeg? Streven we de goede dingen na?’  De officiële uitnodiging luidde: We willen het mobiliteitsbeleid verrijken met mobiliteit overstijgende overwegingen, door filosofen in contact te brengen met het werkveld van ruimte en mobiliteit. Mobiliteit en Transport zijn volop in beweging. Grip houden op de ontwikkelingen vraagt verruiming van onze denk- en werkwijze.
Lees verder...  

Geen grand jeté

Terwijl zijn vrienden zijn opgeroepen om te vechten in de Eerste Wereldoorlog, gaat Picasso in zee met het balletgezelschap van Diaghilev. Met nieuwe vrienden, zoals Jean Cocteau, Erik Satie en Igor Stravinski, trekt hij langs de grote steden van Europa. Voor het avant-garde ballet De Parade in 1917 vervaardigt hij decors en kostuums. Hij trouwt in 1918 met de balletdanseres Olga Khokhlova, zij heeft contacten met gefortuneerde Russische adel, goede kopers voor zijn schilderijen. Al snel is hij de best verdienende kunstenaar van zijn tijd. Kunstfotograaf Brassaï schrijft over zijn eerste ontmoeting met de schilder: ‘Hij was een gearriveerd kunstenaar en had daar alle uiterlijke kenmerken van: een Hispano-Suiza met een chauffeur in livrei, kostuums van grote kleermakers, rashonden, een dubbel appartement, een kasteeltje in Normandië (chateau Boisgeloup). Hij ging veel uit, bezocht premières van toneel en ballet en was aanwezig bij de recepties en grote feesten, altijd in gezelschap van zijn mooie, elegante vrouw. Hij was op het toppunt
Lees verder...  

Kunst is oorlog

Picasso schildert de Guernica na het bombardement op de Baskische stad Gernica. Hij is benieuwd naar de reacties. De eerste teleurstelling komt als Manuel de Irujo, afgevaardigde van de Baskisch-Nationalistische Partij, niet wil komen kijken. De Baskische kunstenaar José María Ucelay komt wel. Hij oordeelt: ‘Het is een van de miserabelste kunstwerken ooit vervaardigd. Er is niets in te ontdekken dat op een compositie lijkt, het is niets anders dan zeven bij drie meter pornografie, een schande voor de stad Gernika, voor Baskenland, voor alles!’ Ruimhartig bood Picasso het schilderij aan de Baskische bevolking aan. Hij liet president Aguirre weten: ‘Als u erom vraagt, is het schilderij voor het Baskische volk.’ Aguirre kwam kijken en vroeg de schilder naar de gezwollen vingers van de vrouw op het doek. Picasso antwoordde: ‘Dat zijn geen vingers, dat zijn piemels.’ De president sloeg het aanbod af. Picasso hoopte dat het schilderij dan in elk geval bij de arbeidersklasse in de smaak zou vallen.
Lees verder...  

Zelfmoordmythe

Het Brabants museum kondigde de tentoonstelling zo aan: ‘Wie is Vincent? Maak kennis met de man achter de kunstenaar. Met deze nieuwe tentoonstelling ‘Van Goghs intimi’ rekenen we af met het bestaande beeld van Vincent van Gogh: een eenzame, lastige man die moeilijk was in de omgang. Niets is minder waar! Van Gogh onderhield innige en vaak lange relaties met familie, vrienden en collega-kunstenaars.’ Met de aankondiging nog nagalmend in beide oren, ging ik met een zekere verwachting naar binnen. Nee, aan de schilderijen van Van Gogh lag het niet, maar daarover dadelijk meer. Ik was teleurgesteld omdat het verhaal niet deugde. Ben je van plan om erheen te gaan? Lees dit artikel dan eerst, want kunst, en zeker die van Van Gogh, is niet te begrijpen zonder goed verhaal.    Geen zelfmoord       Hoezo, een eenzame man die geen omgang had met anderen? Ok, Hij was bij tijd en wijle een drammerige, driftige, egocentrische, manipulatieve hufter, die de neiging had met
Lees verder...  

Huidig, huidig, huidig

In Parijs, op de wereldtentoonstelling van 1937, presenteren 44 landen hun wetenschap, kunst en cultuur. Rusland en Duitsland, waar Stalin en Hitler aan de macht zijn, bepalen de sfeer. In Europa is een ideologische strijd gaande tussen communisme en fascisme, een strijd die tot een uitbarsting is gekomen in de Spaanse burgeroorlog. Picasso (1881-1973) krijgt van Spanje de opdracht een schilderij te maken voor de tentoonstelling. Hij is 55 jaar oud, woont al ruim dertig jaar in Parijs en zit met de opdracht in zijn maag. De tijd dringt, een maand voor de opening die is gepland op 25 mei, weet hij nog steeds niet wat hij zal maken. Maar als op 26 april de Baskische cultuurstad Guernica wordt platgebombardeerd, weet hij het. In enkele weken tijd schildert hij zijn Guernica. Bommenwerpers van Hitler en Mussolini verwoestten de stad totaal. Voor het eerst in de geschiedenis werden vliegtuigen gebruikt om doelbewust zoveel mogelijk onschuldige burgers te vermoorden en de civiele
Lees verder...  

De stal is echt

In de film Novecento houdt Leonidas in een stal zijn baas onder schot. Waarom wacht hij en schiet hij z’n baas niet overhoop? Het is oorlog, dus het kan. Ik denk dat hij wacht omdat hij onzeker is. Ga maar na: wie z’n baas overhoop schiet, wordt automatisch zelf de baas. Maar hoe kan dit als hij het fatale schot wil motiveren met: ‘Er zijn geen bazen meer!’ Wie zo van z’n baas af wil, zit tot over zijn oren in de ethische shit. Daarom hoorden we nog steeds geen schot. Stel je nu eens voor: je staat in een stal en kijkt via je mobieltje naar een popconcert, bijvoorbeeld dat van Rammstein in de Kuip, (of van een andere band, ergens anders). Nergens is een geweer te zien, wel zie je muziekinstrumenten en de zanger met een microfoon. Iemand houdt jou in die stal onder schot, maar je ziet het niet. Je kijkt naar het concert en waant je
Lees verder...  

Het begint in een stal

Bertolucci’s film Novecento is een echte kerstfilm. Hij begint niet op 25 december, maar op 25 april 1945, de bevrijdingsdag in Italië. Zingend loopt een partizaan door een paradijselijk Italiaans landschap. Het geweer draagt hij losjes over de schouder, de oorlog is immers voorbij. Maar ineens duikt vanachter het struikgewas een zwarthemd op die de zanger neermaait. De openingsscene van de film refereert aan het oerverhaal van Kaïn die zijn broeder Abel vermoordt en dan op de vlucht slaat. Novecento vertelt dit oude verhaal van goed en kwaad opnieuw. Bertolucci’s ideale mens is een partizaan die van de communistische overwinning zingt. Maar dan duikt het kwaad op en wordt de idylle met mitrailleurvuur in het verderf gestort. Op het land zijn vrouwen aan het hooien. Eén van hen staat op de hooiwagen en ziet hoe in de verte het fascisten-echtpaar Attila en Regina de benen neemt. Meteen pakken de vrouwen hun hooivork en rennen achter het tweetal aan. Mannen komen
Lees verder...  

Stalfilosoof

Alfredo Berlinghieri loopt door het Italiaanse landschap. Naast hem loopt de gebochelde nar met een mand vol wijnflessen aan de arm. Er klinkt muziek, iets uit Verdi’s opera Rigoletto. De twee zijn onderweg naar de maaiers in het veld om de geboorte van Alfredo’s kleinzoon te vieren. In het veld deelt Alfredo de flessen uit en de maaiers nemen de fles aan, maar drinken doen ze nog niet. Leunend op hun zeis kijken ze naar wat hun voorman Leo Dalco doet. Leo is de patriarch van de boerenfamilie Dalco, hij is vandaag ook grootvader geworden. Alfredo reikt hem de fles aan en zegt: “Op dezelfde dag geboren, dat moeten we vieren.” Maar Leo neemt de fles niet aan. “Weer een mond te voeden,” zegt hij somber. “Weet je met hoeveel Dalco’s we aan tafel zitten?” Alfredo bekent dat hij de tel is kwijtgeraakt. Ondertussen wedt Leo de zeis en zegt dat hij de ongelijkheid maar oneerlijk vindt. “De boeren doen
Lees verder...  

Paarden voeren

De zondagse wandeling ging door de natuur, ik had er die week paarden zien draven. Onderweg erheen vertelde hij me dat kinderen in de klas hadden gezegd dat Iza een naam voor meisjes was. ‘Iza kan voor allebei, maar Izabel en Liza zijn namen voor meisjes,’ zei ik. ‘En Izar?’ stelde hij voor. ‘Ze zullen je ermee plagen en zeggen dat je van ijzer bent,’ zei ik. ‘En Izau?’ probeerde hij nog. ‘Dat is een varken in het Duits, dat wil je niet.’ Hij concludeerde dat Iza een korte naam was die hij met trots kon dragen. Ik was die middag niet zo trots op mezelf, vanwege de paarden. Altijd ging de wandeling langs een paardenwei. De dieren stonden dan met de hoofden over het prikkeldraad gebogen en ze schrokten het brood en de appel naar binnen. Vandaag had ik andere paarden gekozen, het natuurgebied was eigenlijk een te lange wandeling voor hem. Toen we tenslotte bij een hek aankwamen,
Lees verder...  

Visser van Burdaard

. . . * . . .
Lees verder...  

Verwoest Huis

                                            Foto: Wilco Schippers    
Lees verder...  

Grunbergs Moraalpaard

Wie goed naar de hoge toren kijkt, ziet Arnon Grunberg tussen de kantelen staan blazen. Waarom hij dat doet? Hij wil dat ruiterstandbeeld omver blazen. Waar gaat dit over? Een artikel van Arnon Grunberg over Heidegger, techniek en paarden! Ik las het in de wachtkamer van de tandarts (in een oude Volkskrant onder een stapel tijdschriften), getiteld: ‘Techniek gaat haar gang.’ Mijn interesse was gewekt. Grunberg recenseerde Heideggers ‘Vraag naar de techniek,’ een vertaling uit het Duits van Marc Wildschut (2014). Ook besprak hij Gerard Vissers commentaar op Heideggers vraag naar de techniek. Veelbelovend steekt Grunberg van wal: “Over haar leermeester en geliefde, Martin Heidegger, zei Hannah Arendt dat zijn naam als een gerucht door Duitsland reisde en ‘dat gerucht zei het heel eenvoudig: het denken is weer levend geworden’. Ook andere studenten van Heidegger getuigden van de magische uitwerking die zijn colleges op hen hadden. Misschien heeft alle ware kennisoverdracht een magische en ook erotiserende component.” Beteugeling Hoezo misschien? dacht
Lees verder...  

snaren luchtorkist

. . geen made eet zich door de spiegel vliegen willen is de weg van ’t vlees . na de laatste cellen zucht heerst stilte   in het uitgebloed gebaren geborchte hangt uitgeput ’t licht . kom dan harpen sluimer van luier tot luid, luider geluid, door het open venster baar de vogel in het stemnest . geen spin ontspint zich als vlinder schrap woorden o wind voor de glasdraad ermee, pak aan voor het vierkant boeket. . Er was eens een bromvlieg te Haren die wist zeer rechtlijnig te varen maar hij had het te kwaad en hij wist zich geen raad bij het zien van de woelige baren . een andere vlieg uit Sint Andries bezag het wat meer optimisties hij ging aan de zwier en riep: ‘Kiek noe ‘ns hier altegaar bint wie soam ja Kuu-bist-ies!’ . * . beginnen is het plooien van een podiumgordijn . paardenbloemen ruggen zaaien  ronde gaten in het licht & sussen de panisch
Lees verder...  

Oogcontact

Het vliegende paard van Gansu is een bronzen beeldje uit China, gemaakt in de 2e eeuw. Tijdens de culturele revolutie in 1969 werd het opgegraven door boeren in het plaatsje Wuwei. Ze vonden in de grond een oud kloostergewelf en het graf van een legergeneraal. Het vliegende paard is over de hele wereld tentoongesteld en werd de icoon voor het moderne China. Ik vond het volgende commentaar: “Terwijl het paard langs het zwerk vliegt, stapt het op een zwaluw die bewonderend naar hem opkijkt. Anders dan de Westerse Pegasus maakt het Chinese paard geen gebruik van vleugels, hij galoppeert op eigen kracht en is sneller dan de wind.” De oorsprong van dit commentaar kon ik niet achterhalen, maar de bedenker ervan ziet iets over het hoofd. Het kan natuurlijk zijn dat het paard de zwaluw uitlacht terwijl hij over hem heen walst, toch denk ik dat de Chinese monniken met dit beeldje iets anders wilden vertellen. Want waarom houdt het
Lees verder...  

Tanzmeister


Lees verder...  

Lilith

Lilith is de naam die Lucebert verzon voor zijn muze. Andere schrijvers en dichters gingen hem voor. Hölderlin (1770-1843) noemde zijn muze Diotima. Paul van Ostaijen (1896-1928) schreef een lofdicht op de filmster Asta Nielsen. Nabokov (1899-1977) schreef zijn roman Lolita – waarvan wordt beweerd dat hij de naam oppikte uit de krant toen hij de uitslagen van de paardenraces las, omdat een beroemd renpaard zo heette. Anderen menen dat Lolita een verwijzing is naar het lied ‘Die fesche Lola,’ uit de film Der Blaue Engel (1930), waarin Marlene Dietrich (1901-1992) de hoofdrol speelde. Lucebert, het kan niet anders, dacht bij Lilith ook aan het lied Lili Marleen, gezongen door Marlene Dietrich. Zij zong het in de oorlogsjaren zowel in het Duits als in het Engels. Het lied was populair bij soldaten aan beide fronten. Het lied gaat over een soldaat die hoopt zijn geliefde te zullen zoenen in het licht van een straatlantaarn. In het licht van de lantaarn worden de schaduwen
Lees verder...  

Sinterklaas is dood – leve Paardeklaas!

Een overlijdensbericht:   Oplettende kinderen hebben gemerkt dat Sint al jaren niet echt werkt. Hij is afwezig, komt slecht uit zijn woorden zag niet hoe Pieten de orde verstoorden.   Hij is zichzelf niet, net zo min als zijn Piet. Geen wonder, hij kan niet zichzelf zijn. Waarom? Wie is hij? Hoe kan dat zijn? Hoor hier het onderliggend verdriet.   Volwassenen weten: de Sint was zeer oud. En geen mens is onsterfelijk, meneer. Het onvermijdelijke gebeurde, niet kortbij maar al vrij lang geleden overleed hij.   De Sint die toen kwam aangevaren, is een ander. En? Waren er geen bewaren? Waarom die ander voor lief genomen, hij die het imago stal is feitelijk een dief.   Ouders wisten zich geen raad, ze vonden de dood te zwart-wit, ze stonden met monden vol tanden, wisten niet hoe ze dan het goede gevoel aan kinderen overdragen konden.   Maar luister eens hier, want hoort de dood niet bij het leven? Spoort
Lees verder...  

Lucepérd

Omkeringen zie je dikwijls in de poëzie van Lucebert (1924-1994) bijvoorbeeld in het beroemde gedicht Visser van ma yan: ‘onder wolken vogels varen / onder golven vliegen vissen / maar daartussen rust de visser // golven worden hoge wolken / wolken worden hoge golven / maar intussen rust de visser.’ Over de waardering van het omslagmoment in dit gedicht zijn de meningen verdeeld. Is de in rust verkerende visser een spil waar de wereld om draait – of is hij juist een speelbal der elementen? De vraag is echter wat zo’n waardering waard is als de betekenis van de vissersvrouw (zij is in dit gedicht overigens niet in beeld) wordt vergeten. In andere gedichten noemt Lucebert haar wel, ze heet: Lilith. Zij is zijn luxepaard, de inspiratiebron voor hemzelf als dichtend werkpaard. Mijn blog ‘Lucepérd’ (spreek uit: lûdsjepeerd) had eigenlijk Kapseizend paard (2) moeten heten omdat ik hier voortborduurt op mijn vorige blog waarin ik de dichtbundel ‘Liederen van een kapseizend paard’,
Lees verder...  

Kapseizend paard

Van het chtonische naar het aquatische overstappen, betekent de kunst verstaan het hoofd boven water te houden. Aandacht dient uit te gaan naar zwem- of vaarkunst, opdat ’t spreken niet kopje onder gaat in taal die nergens op slaat. ‘t Water in gaan is een ander element verkennen, is zoeken naar grond onder handen en voeten. Wie die kunst verstaat, baart opzien en zal dankzij de wet van Archimedes het gevoel hebben te vliegen. Wie het niet kan, zal zich spoedig op de zeebodem wanen, zoals tuinder Jacob Meiland in Tonnus Oosterhoffs verhalenbundel Kan niet vernietigd worden (1996). Meiland loopt ’t water in en blijft nog dagen, weken op de zeebodem doorlopen, totdat uiteindelijk de zee zich geheel met hem heeft vereenzelvigd. Wie angst voor water heeft, dient ‘t spiegelende element eerst grondig te verkennen. Het paardige bekijken vanuit aquatisch perspectief heeft per definitie iets oppervlakkigs. Die oppervlakkigheid is van belang om verdrinking te voorkomen. Iemand kan het ook te kwaad krijgen als
Lees verder...  

The art of Horsemanship

Ergens in de geschiedenis ging het faliekant mis, en de plaats des onheils was niet het paradijs. Dankzij Homerus weten we dat het gebeurde bij de stad Troje. Of daarvoor al, want prehistorische grotschilderingen verwijzen naar het eerste begin ruim 30.000 jaar geleden. Opgravingen brachten aan het licht dat de domesticatie van paarden 5000 jaar voor de jaartelling al plaats had. In het tweede millennium zorgde het zes spakige wiel met ijzerbeslag voor een revolutie, strijdwagens met paarden ervoor verschenen op het wereldtoneel. Mens en paard toonden in vliegende vaart hun kunsten, maar ook verdween toen het geloof in het paardige. Hoe? Hoor. De kunstenaar Maurizio Cattelan zette in de zomer van 2003 op de dakrand van het Kölner Museum een jongetje neer. In de ronde vorm van het dak is gemakkelijk een paard te herkennen. ‘t Joch zat er vier maanden lang non stop te trommelen. Hij verwijst naar de figuur Oskar uit de roman Die Blechtrommel, van Günter Grass (1927-2015). De
Lees verder...  

Brexit and Black Beauty

De Europese toekomst na de Brexit is onzeker. Wel weten we dat de Engelse meerderheid het paard verkoos boven de Euro. Een verrassende keuze, maar we hadden het ook kunnen weten. De Britten wedden graag en ze weten als geen ander dat wie op het juiste paard wedt, verstand van kansberekening heeft én van paarden. Deze week kopte het nieuws: ‘Italiaanse banken hebben te maken met honderden miljarden aan slechte leningen.’ Die leningen deren de Britten niet meer, ze hebben goed gegokt. Maar het Engelse Pond staat er helemaal niet rooskleurig voor, dus zit de kick ‘m blijkbaar niet in het gokken, maar in de band met ‘t paard. Culturele icoon Gina M. Dorré legt in haar ‘Victorian Fiction and the Cult of the Horse’ (2006) de Engelse ziel bloot. Ze ontdekt dat het paard dè culturele icoon is in de bloeiperiode van de Britse geschiedenis. In kunst en literatuur dient het paard als medium om de maatschappelijke situatie tot
Lees verder...  

Naar het innerlijk – over de humor van Wim T. Schippers

Kunstenaar Wim T. Schippers leverde in 1997 een bijdrage aan het project Panorama 2000 – kunst rondom de Domtoren in Utrecht. Zijn idee was om pal naast de Domtoren een 112 meter diep gat (overeenkomstig de hoogte van de toren) te graven. Schippers: ‘De Negatieve Domtoren boort door alle aardlagen en trotseert het grondwater. De bezoeker kan afdalen en zo de historie en de archeologie van Utrecht ter plekke bestuderen.’ Het idee werd om praktische redenen niet uitgevoerd, maar in 2005 kwam stichting Initiatief Domplein met een plan: het toegankelijk maken van de historische grond onder de Dom. De bezoeker van DOMunder kan nu kennismaken met een dwarsdoorsnede van 20 eeuwen geschiedenis, 5 meter onder de grond. Hoe kwam Schippers op het idee van een 112 meter diep gat naast de Domtoren? Het kan niet anders of hij las in zijn jeugd Naar het middelpunt der aarde (1866) van Jules Verne. Jules Vernes verhaal gaat over een expeditie van drie man naar
Lees verder...  

Toets der kritiek

De filosofe Joke Hermsen brengt de thematiek van het tijdige ter sprake in boeken met titels als: Stil de tijd – pleidooi voor een langzame toekomst. En: Kairos – een nieuwe bevlogenheid. In haar boeken valt op dat ze minder van echt doorgronden houdt, ze houdt meer van luchtigheid en bevlogenheid. In Windstilte van de ziel zegt ze: ‘Het enige wat ik tot dusverre van Aristoteles wil aannemen is dat de ziel als het ware de blaasbalg voor het leven is’ (p. 33). Bij Hermsen zocht ik vergeefs naar handreikingen om de tijd te doorgronden. Haar begrip van het tijdige blijkt een vorm van op adem komen te zijn in een tijd die haar de adem beneemt. Ze doorgrondt niet, ze wandelt liever. ‘Wandelen is een vorm van luchten van de ziel’ (p 63). In Windstilte stoort ze zich aan de filosoof Gerard Visser die de ziel beschouwt als pure individualiteit – en uiteindelijk als dat wat die individualiteit opheft.
Lees verder...  

Hoefbevangenheid

Kijk een gegeven paard altijd in de bek. Doe je het niet, dan zet je hem misschien voer voor dat hij niet goed kauwt, met alle gevolgen van dien. Zoals: koliek (hevige buikpijn) en hoefbevangenheid! Bekijk het gegevene dus. En maak geen ophef als dat wat je kreeg tegenvalt. Als je jezelf als gegeven beschouwt, leef je in bescheidenheid. Het gegevene in de bek kijken betekent dat je uit voorzorg aan zelfonderzoek doet (een regelmatig tandartsbezoek helpt ook). Tenzij het kwaad al is geschied. Je staat verkrampt op je benen en weet met jezelf geen raad. Dan is te vrezen dat je lijdt aan hoefbevangenheid. De oorzaak van hoefbevangenheid bij paarden is een doorbloedingsprobleem in de hoef. Dit gaat met hevige pijn gepaard en kan leiden tot onherstelbare schade en invaliditeit. Het ontstaat door hoge concentraties giftige stoffen in het bloed, veroorzaakt door een stoornis in het maag-darmstelsel ten gevolge van verkeerd, of onverteerd voedsel. Door kramp in de buik neemt
Lees verder...  

Het Paardige

Paarden, of ik daar niet eens iets over wilde schrijven, vroeg ze me. Ik schudde het hoofd, want ik heb niks met paarden. Ze zijn me te groot, ik vind ze eng. Onnozel ook, omdat (als ik paard was) ik me niet liet commanderen door iemand die niet op zijn eigen benen wil staan. Mij is de ezel liever vanwege zijn koppige karakter. Paarden zijn slaafs. Rudy Kousbroek (1929-2010) zegt het in Opgespoorde wonderen (2010) zo: ‘Zo wordt de wanhoop vertegenwoordigd door het paard, maar de humor, de weerstand en de opstandigheid door de ezel. Daarom is dit het dier dat wij de grootste dankbaarheid zijn verschuldigd.’ Liever de ezel dus. De ezel-humor is ook te vinden in de oude Joodse literatuur (Bijbel). Het paard wordt er met gezond wantrouwen bejegend, maar de ezel geniet het volle vertrouwen. Dat was omdat het paard een statussymbool was en omdat paarden nodig waren in een oorlog. In Psalm 32:9 staat te lezen:
Lees verder...  

De versierde boom

Hel☧, dacht ik na ’t lezen van het nieuwste boek van filosoof Peter Sloterdijk. Ik volg hem al 20 jaar en weet dat hij de Westerse cultuur kritisch tegen het licht houdt. De laatste tijd merk ik dat de stemming in zijn boeken er niet beter op wordt. Zijn laatste boek ‘De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd,’ slaat echt alles. Niet eerder las ik van hem zo’n deprimerend boek. 1 INTRODUCTIE Rode draad in zijn boek is de gedachte dat de generatiewisselingen de zwakke schakels zijn van een cultuur. Elke volgende generatie maakt zich de cultuur weer eigen, of doet dat niet, of verzet zich er tegen. Sloterdijk wil aandacht voor de houding van verzet die zijns inziens kenmerkend is voor het Westen. Vanaf 1400 tot 2000 zijn er ongeveer 20 generatiewisselingen geweest. Twintig keer heeft er een wisseling plaatsgevonden van een vader op een zoon. Hoe verliepen die wisselingen en waartoe hebben ze geleid? ‘We bevinden ons in een vliegtuig
Lees verder...