Gedichten ophef

. De Hef . Ik ging naar nul-10 om De Hef te zien. En ja, Erasmus’ doop indachtig, zag ik het ijzeren gevaarte – laatste getuige van het oude luchtspoor misschien. . Een minuut of wat stond ik te loeren het hoofd vol van de stad, toen een doffer roestrood, geringd en wel, naast me neerstreek en heftig begon te koeren. . Laat mij daar twee schepen zien, ze varen onder ons door. Goede Hoop gaat stroomop het ruim vol water, nogal maf. In het lege ruim van de ander, stroomaf, staat ‘n ladder. . Ze passeren elkaar en kijk, even is het als bevaren ze één en hetzelfde spoor. . . Vikingen en pizza . Hotel Amerika verging liggend aan de kade, ik was aan boord en volgde een gedachtegang als in de hoefslag van een gemaskerd paard . uit wiens verdronken toespraak woorden in luchtbellen de weg omhoog zich hervonden in mijn klinkend oor. O, dacht ik, o,
Lees verder...

Acht voor in de schoen

. 8 Sapates . Hijs ‘m op, de grijze muis Hieperde jieperde kieperde piep Hij s ‘m opde grijze muis Hiep erde jiep erde kiep erde piep . Wraak de noten houten boot Vouwte kauwte rouwte oud Raak de noten houten boot Foute koute rauwte out . Ring de wijde zoute zee Zing water zing water Zing water zing Ring de wijde zoute zee . Ruik ’t kuiken in de kruik Wortel mortel knoflook ui R ui kt kuik enin de kruik Word tel mort elk no fl o ok ui . Eet je scherpe messen dik Rikke tikke takke tik Eet je scherpe messen dik Ticket akker ikket ik . Gris de hare van de steen Rare ware hare maar G r is de hare van de steen Ware mare hare raar . Licht de hoge platte huid Ondersteboven achterstevoor Likt de oge platte uid Onderste b oven acht erste v oor . – – – – . .
Lees verder...

snaren luchtorkist

. . geen made eet zich door de spiegel vliegen willen is de weg van ’t vlees . na de laatste cellen zucht heerst stilte   in het uitgebloed gebaren geborchte hangt uitgeput ’t licht . kom dan harpen sluimer van luier tot luid, luider geluid, door het open venster baar de vogel in het stemnest . geen spin ontspint zich als vlinder schrap woorden o wind voor de glasdraad ermee, pak aan voor het vierkant boeket. . Er was eens een bromvlieg te Haren die wist zeer rechtlijnig te varen maar hij had het te kwaad en hij wist zich geen raad bij het zien van de woelige baren . een andere vlieg uit Sint Andries bezag het wat meer optimisties hij ging aan de zwier en riep: ‘Kiek noe ‘ns hier altegaar bint wie soam ja Kuu-bist-ies!’ . * . beginnen is het plooien van een podiumgordijn . paardenbloemen ruggen zaaien  ronde gaten in het licht & sussen de panisch
Lees verder...

Bossche ode op JZ

van spraakmakers pallet slingeren niet mis te verstane klodders verf, ze kletsen tegen muren ramen deuren monden en kijk, schaduwloos valt er een taal uit de boom nooit ver van de stam, alsook een eend drijft in z’n grauwe vuilniszak, onderweg naar wolkbreukje navel streng die te pronk aan de kraaiende kimme h oofd stedelijke o gen o pvist uit z’n diepgzw o mmen gr 88888888 en ze scheert ze met z’n algenkrabber . met die gezw oren ogen bezag ik m’n brieven en las: ik houd, zij houdt, wij houten van – en hemelsbreed vond elke brief de weg terug naar eigen nest waar hooggetande steunpilaren eeuwig houtblauw afscheid koerden . doet iemand ertoe die met de deur in huis en met verf smijt, zich afschraapt, de vracht bevraagt, zich schuwend afvraagt waar de kwast wiens hand het pallet hoe duim en wijsvinger te bevragen: wie spreidde op straten van kinderh oofdjes haar beenderen? . Hjir lykwols zoenen blote voeten knekelgraag het karrenspoor dat aan vallende wijzers gehangen de oren betrekt,
Lees verder...