Picasso-opera, scene 6

6 september 1963 Beste Pablo, Gister hebben we Braque begraven en jij was er niet, logisch, want je bent als de dood voor de dood. De uitvaart was in Varengeville-sur-Mer, in de kerk op de krijtrots met uitzicht op zee. De kist stond onder het raam met de boom van Jesse, de takken hebben de vorm van bootjes. Er was muziek van Bach en van Satie, het was prachtig. Het afscheid was verdrietig, ik heb erg gehuild. . Thuis bladerde ik in Braque’s Résurrection de l’oiseau. En kijkend naar de prachtige vogels die hij maakte, huilde ik weer, omdat ik zag hoe hij heeft geworsteld om te geloven in het goede. Logisch, hij vocht in de loopgraven in ’14-‘18. Wat jammer dat we hem nu voor altijd moeten missen. Elgar schrijft in het boek over de symboliek van de vogel. Dat de vogel eens een symbolische betekenis had, hij was bemiddelaar tussen de hemel en de aarde. Na de Renaissance
Lees verder...

Picasso en Bach

. . Maria houdt haar dode kerstkind in de armen. Zij is de Piëta van Michelangelo geworden, Kerst en Pasen vinden gelijktijdig plaats in Picasso’s stal. De schilder speelt met de tijd: het gelijktijdige is een vormkenmerk van het kubisme waarin meerdere gezichtspunten op hetzelfde moment samenkomen. Tijd is niet langer een lineair perspectief met begin en eind, maar een intense ervaring waarin einde en begin samenkomen. Zo wordt de stal een gebombardeerde kerk, de os wordt stier en het onderscheid tussen hemel en hel is weggevallen. De amandelvormige ogen van de stier zijn ontleend aan de Byzantijnse fresco’s van de San Clementekerk in Tahull. Tenminste, volgens Gijs van Hensbergen in zijn bijzondere boek ‘Guernica, Biografie van een icoon van de twintigste eeuw’ (2005). Picasso bezocht het Spaanse bergdorp in 1936 met Dora Maar, een jaar voordat hij de Guernica schilderde. In Tahull zag hij de majestueuze Christus Alleenheerser die omringd is door engelen. Onder de christusfiguur bevinden zich de heilige maagd en
Lees verder...