Wat een prachtige ochtend, wat een schitterende zonsopkomst! Het is alsof ik weer thuis ben in Japan. Een gevoel herboren te zijn, net wat u zegt. En wat een verrassing dat u met ons meereist. In de verte zie ik de toren al van de Inanna-kathedraal. U zult niet mee naar binnen gaan, dat weet ik. Bij de deur zullen we afscheid nemen van elkaar. Maar nu wandelen we samen in de ochtendzon. Deze wandeling stemt me hoopvol omdat ik u kan leren kennen, maar tegelijk stemt het me melancholiek. Waarom? Omdat de ontmoeting ook het afscheid nemen in zich bergt. Wat zegt u? De religieuze sfeer van een kathedraal bevalt u niet? Wel, wat mij betreft had men het gevaarte moskee mogen noemen, of politbureau, Wit Huis, Kremlin, Tai Mahal, of parlement. Kafka-lezers noemen ’t een slot. En liefhebbers van Thomas Mann vinden het een sanatorium. Zelf zie ik het als een gouden paviljoen. Maar het maakt geen verschil,
Lees verder...
6 september 1963 Beste Pablo, Gister hebben we Braque begraven en jij was er niet, logisch, want je bent als de dood voor de dood. De uitvaart was in Varengeville-sur-Mer, in de kerk op de krijtrots met uitzicht op zee. De kist stond onder het raam met de boom van Jesse, de takken hebben de vorm van bootjes. Er was muziek van Bach en van Satie, het was prachtig. Het afscheid was verdrietig, ik heb erg gehuild. . Thuis bladerde ik in Braque’s Résurrection de l’oiseau. En kijkend naar de prachtige vogels die hij maakte, huilde ik weer, omdat ik zag hoe hij heeft geworsteld om te geloven in het goede. Logisch, hij vocht in de loopgraven in ’14-‘18. Wat jammer dat we hem nu voor altijd moeten missen. Elgar schrijft in het boek over de symboliek van de vogel. Dat de vogel eens een symbolische betekenis had, hij was bemiddelaar tussen de hemel en de aarde. Na de Renaissance
Lees verder...
Zo! Hallo zeg, aan handen en voeten die touwladder op, wat een klus! Maar ’t is gelukt, ik ben aan boord. Een hemelladder, net wat u zegt. Als historicus zou ik dan toch zeggen: een Jacobsladder. Verrassend, ik had u niet aan boord verwacht, maar u bent er dus al. Onze gastheer is elders bezig en brengt nog zaken in gereedheid? Mooi. Nu we dan onder ons zijn, wil ik u wat vragen: wat dunkt u van Ruïz’ vaartuig? Denkt u dat hij er het ruime sop mee op kan? Oh, onze toreador heeft u wijsgemaakt dat hij zijn vervoersmiddel op muziek van Bach van de zeebodem opdook? Onzin natuurlijk, Ruïz kent Bach niet echt. Kijk maar naar zijn personeel, alles oogt eender, ieder wil hier op elkaar lijken en men praat elkaar na. Meelopers zijn het. Eeuwig zonde, juist omdat Bach een antigif is tegen deze zonde. Ik kan u verklappen dat onze gastheer niet zo origineel is als
Lees verder...
Aan een draad uit het plafond hangt een gloeilamp en bij het licht ervan schrijft de schilder. Hij zit aan een tafel in zijn atelier, langs de muren staan schilderijen. Op de hoek van de tafel ligt de Figaro van zaterdag 24 december 1935 en naast de krant ligt een dameshandschoen waar bloed aan zit. De hand met de pen beweegt over het papier en de schaduw van de hand volgt met kleine schokjes, het is alsof de schaduw liever elders was en met tegenzin met de hand meebeweegt. De schilder neemt een trek van zijn sigaret, staat dan op en draait de plaat om van de grammofoon die in de hoek van het atelier staat. Door de beweging in de kamer gaat de gloeilamp een beetje heen en weer en roert de schaduw van de schilder zich over de schilderijen. De plaat draait en dan gaat hij weer zitten en schrijft door op de muziek van Satie. Het is
Lees verder...