Nigger, are you crasy?

Velen hoopten dat de kwestie van het ras zou zijn beslecht met Obama als president. Sinds de geweldsuitbarstingen in de zomer van 2014 is duidelijk dat die hoop niet gegrond is. Hoe verwoord je racisme? Hierover stond 31 juli een artikel in de NRC, met de kop: ‘Nigger are you crasy?’ In het stuk gaf Guus Valk een heldere analyse van de rassenproblematiek in de VS. Aan de hand van recent verschenen romans wierp hij licht op hoe verschillend je het woord ‘ras’ kunt bezien. Maar The Washington Post kreeg lucht van de kop en maakte er korte metten mee. De toon was ongeveer als volgt: Wat verbeelden Nederlanders zich eigenlijk? Zomaar dat N-woord gebruiken in de krant? Ze mogen hun mond wel eens houden en de hand in eigen boezem steken. Zelf discrimeren ze er lustig op los met hun Black Peter en Sinterklaas. De toon is gezet. Mede door The Washington Post begint de zwartepietendiscussie deze zomer al.
Lees verder...

De aap die over water liep

Toen iemand me vroeg wat ik toch met het paardige bedoel, bladerde ik door mijn artikelen en las ik het stuk over Frans de Waal weer. Twee jaar geleden schreef ik dat stuk. En terwijl ik het tijdens de paasdagen herlas (en ook maar meteen herschreef), realiseerde ik me dat het idee van het paardige hier is ontstaan. Apen hoef je niet te leren klimmen en mensen hoef je niet te leren denken, was mijn stelling. Toch vindt Frans de Waal dat mensapen mij te denken geven. In zijn recente boek: ‘De Bonobo en de Tien Geboden’ (2013), vertelt hij over het gedrag van mensapen. Zijn observaties zijn vaak grappig en ook ontroerend. Hij laat zien dat primaten zich emotioneel in elkaar kunnen verplaatsen en dat ze het vermogen hebben elkaar te troosten. Ze hebben ook een gevoel voor rechtvaardige beloning. Het altruïstische gedrag waarvan ze blijk geven, levert hen geen individueel voordeel op, maar waarborgt de harmonie in de groep. Dit
Lees verder...

Zielig of bezield – op expeditie (2)

Het schilderij van Bosch dat ik onlangs op het internet tegenkwam, kende ik al. De eerste keer dat ik het zag, dertig jaar geleden, was toen ik met een kameraad  aan het winkelen was in Hoog Catharijne. Ik zag de poster in een etalage liggen en wist meteen: die wil ik. Eigenlijk had ik het schilderij jaren daarvoor al eens gezien in een aflevering van de tv-jeugdserie Floris, waarin het schilderij uit de handen van Grutte Pier wordt gered. De poster verhuisde mee, van de ene naar de andere studentenkamer, totdat hij tenslotte in de prullenbak belandde omdat ik mijn vertrouwen in de schilder verloren had. Tijdens mijn studie las ik de filosoof Nietzsche en daarna had ik geen vertrouwen meer in religieuze kunst. Zijn filosofische analyse leidde er toe dat ik geen idee had hoe er van de christelijke traditie iets goeds te maken was. Ik studeerde nota bene theologie, een studie waar ik uit interesse aan was begonnen,
Lees verder...