Picasso-opera, scene 7

Wat een prachtige ochtend, wat een schitterende zonsopkomst! Het is alsof ik weer thuis ben in Japan. Een gevoel herboren te zijn, net wat u zegt. En wat een verrassing dat u met ons meereist. In de verte zie ik de toren al van de Inanna-kathedraal. U zult niet mee naar binnen gaan, dat weet ik. Bij de deur zullen we afscheid nemen van elkaar. Maar nu wandelen we samen in de ochtendzon. Deze wandeling stemt me hoopvol omdat ik u kan leren kennen, maar tegelijk stemt het me melancholiek. Waarom? Omdat de ontmoeting ook het afscheid nemen in zich bergt. Wat zegt u? De religieuze sfeer van een kathedraal bevalt u niet? Wel, wat mij betreft had men het gevaarte moskee mogen noemen, of politbureau, Wit Huis, Kremlin, Tai Mahal, of parlement. Kafka-lezers noemen ’t een slot. En liefhebbers van Thomas Mann vinden het een sanatorium. Zelf zie ik het als een gouden paviljoen. Maar het maakt geen verschil,
Lees verder...

Zielig of bezield – door het oog van Jeroen Bosch (7)

De ogen zijn de spiegel van de ziel, zei Leonardo da Vinci. Hij bedoelde dat de ogen van de ander laten zien of ze jou bevestigen of niet – de ogen zijn dus een spiegel voor de ander die erin kijkt. Anderen menen dat de ogen een venster zijn naar de ziel. Bekend is de mythe van Narcissus die dacht dat hij via het spiegelende vijverwater in zijn ziel kon kijken. Hij boog te diep voorover, viel in het water en verdronk. De moraal van het verhaal ten spijt, moedigen bepaalde psychologen hun cliënten aan om diep in zichzelf te kijken, bijvoorbeeld door voor een spiegel zichzelf in de ogen te kijken. Ik heb in dit zevende deel over Jeroen Bosch, de schilder in de ogen gekeken die 500 jaar geleden overleed. Om begrijpelijke redenen was dat een hels karwei. De ogen van de ziel De filosoof Plato  dacht dat de ziel ogen had, en vleugels zelfs. Na de dood zou
Lees verder...