Picasso-opera, scene 5

Zo! Hallo zeg, aan handen en voeten die touwladder op, wat een klus! Maar ’t is gelukt, ik ben aan boord. Een hemelladder, net wat u zegt. Als historicus zou ik dan toch zeggen: een Jacobsladder. Verrassend, ik had u niet aan boord verwacht, maar u bent er dus al. Onze gastheer is elders bezig en brengt nog zaken in gereedheid? Mooi. Nu we dan onder ons zijn, wil ik u wat vragen: wat dunkt u van Ruïz’ vaartuig? Denkt u dat hij er het ruime sop mee op kan? Oh, onze toreador heeft u wijsgemaakt dat hij zijn vervoersmiddel op muziek van Bach van de zeebodem opdook? Onzin natuurlijk, Ruïz kent Bach niet echt. Kijk maar naar zijn personeel, alles oogt eender, ieder wil hier op elkaar lijken en men praat elkaar na. Meelopers zijn het. Eeuwig zonde, juist omdat Bach een antigif is tegen deze zonde. Ik kan u verklappen dat onze gastheer niet zo origineel is als
Lees verder...

Allesweter

. Dit stuk gaat niet over het Corona-virus Wel doet de omslag van de roman Explicador van Sander Pleij vermoeden dat de schrijver de gave heeft van een vooruitziende blik. De roman is in zekere zin ‘profetisch’ te noemen. Waarom was hij niet te gast in het tv-programma Dwarse Denkers van Özcan Akyol? In een vervolgserie is hij er hopelijk bij, want het lezen van zijn roman roept vragen op en had op mij een Icarus-effect. Icarus ontsnapte uit het labyrint van koning Minos en hij verliet Kreta dankzij vleugels die hij aangereikt kreeg van zijn vader. Icarus vloog te hoog en stortte in zee. Ik ben in Explicador niet verdronken en dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat Sander Pleij in een labyrint gevangen zit omdat hij de vleugels niet aangebonden kreeg. Hoe zit dat? Wie aan Explicador begint, krijgt een beeldenvloed over zich heen en gaat kopje onder. Je weet dan dat het boek is
Lees verder...

Lilith

Lilith is de naam die Lucebert verzon voor zijn muze. Andere schrijvers en dichters gingen hem voor. Hölderlin (1770-1843) noemde zijn muze Diotima. Paul van Ostaijen (1896-1928) schreef een lofdicht op de filmster Asta Nielsen. Nabokov (1899-1977) schreef zijn roman Lolita – waarvan wordt beweerd dat hij de naam oppikte uit de krant toen hij de uitslagen van de paardenraces las, omdat een beroemd renpaard zo heette. Anderen menen dat Lolita een verwijzing is naar het lied ‘Die fesche Lola,’ uit de film Der Blaue Engel (1930), waarin Marlene Dietrich (1901-1992) de hoofdrol speelde. Lucebert, het kan niet anders, dacht bij Lilith ook aan het lied Lili Marleen, gezongen door Marlene Dietrich. Zij zong het in de oorlogsjaren zowel in het Duits als in het Engels. Het lied was populair bij soldaten aan beide fronten. Het lied gaat over een soldaat die hoopt zijn geliefde te zullen zoenen in het licht van een straatlantaarn. In het licht van de lantaarn worden de schaduwen
Lees verder...