. Ergens klinkt het lied van een walvis die vol verlangen onderweg is naar huis. Op zijn rug staan twee reisgenoten die hem al jaren vergezellen. De Twee dragen elk een bolhoed en een lange zwarte regenjas en ze voeren een gesprek, of beter gezegd, ze discussiëren al een eeuwigheid over ware kunst en waar je die aan kunt herkennen. Met opgeheven vinger spreekt de ene, niet om de ander de maat te nemen, maar om hem erop te wijzen dat hij de pointe van wat hij wil zeggen nu bijna te pakken heeft. Geduldig luistert de ander terwijl hij leunt op zijn wandelstok. Zijn geduld is hem niet aangeboren, hij heeft het zich aangeleerd. Of, je zou ook kunnen zeggen dat hij zich al jaren niet meer afvraagt wat er zou gebeuren als de grond onder zijn voeten nu eens plotseling naar de bodem dook. Het Tweetal Er is weinig bekend over het Tweetal en wat we weten, stamt
Lees verder...
. Dit stuk gaat niet over het Corona-virus Wel doet de omslag van de roman Explicador van Sander Pleij vermoeden dat de schrijver de gave heeft van een vooruitziende blik. De roman is in zekere zin ‘profetisch’ te noemen. Waarom was hij niet te gast in het tv-programma Dwarse Denkers van Özcan Akyol? In een vervolgserie is hij er hopelijk bij, want het lezen van zijn roman roept vragen op en had op mij een Icarus-effect. Icarus ontsnapte uit het labyrint van koning Minos en hij verliet Kreta dankzij vleugels die hij aangereikt kreeg van zijn vader. Icarus vloog te hoog en stortte in zee. Ik ben in Explicador niet verdronken en dat is het goede nieuws. Het slechte nieuws is dat Sander Pleij in een labyrint gevangen zit omdat hij de vleugels niet aangebonden kreeg. Hoe zit dat? Wie aan Explicador begint, krijgt een beeldenvloed over zich heen en gaat kopje onder. Je weet dan dat het boek is
Lees verder...
Paarden, of ik daar niet eens iets over wilde schrijven, vroeg ze me. Ik schudde het hoofd, want ik heb niks met paarden. Ze zijn me te groot, ik vind ze eng. Onnozel ook, omdat (als ik paard was) ik me niet liet commanderen door iemand die niet op zijn eigen benen wil staan. Mij is de ezel liever vanwege zijn koppige karakter. Paarden zijn slaafs. Rudy Kousbroek (1929-2010) zegt het in Opgespoorde wonderen (2010) zo: ‘Zo wordt de wanhoop vertegenwoordigd door het paard, maar de humor, de weerstand en de opstandigheid door de ezel. Daarom is dit het dier dat wij de grootste dankbaarheid zijn verschuldigd.’ Liever de ezel dus. De ezel-humor is ook te vinden in de oude Joodse literatuur (Bijbel). Het paard wordt er met gezond wantrouwen bejegend, maar de ezel geniet het volle vertrouwen. Dat was omdat het paard een statussymbool was en omdat paarden nodig waren in een oorlog. In Psalm 32:9 staat te lezen:
Lees verder...
Hel☧, dacht ik na ’t lezen van het nieuwste boek van filosoof Peter Sloterdijk. Ik volg hem al 20 jaar en weet dat hij de Westerse cultuur kritisch tegen het licht houdt. De laatste tijd merk ik dat de stemming in zijn boeken er niet beter op wordt. Zijn laatste boek ‘De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd,’ slaat echt alles. Niet eerder las ik van hem zo’n deprimerend boek. 1 INTRODUCTIE Rode draad in zijn boek is de gedachte dat de generatiewisselingen de zwakke schakels zijn van een cultuur. Elke volgende generatie maakt zich de cultuur weer eigen, of doet dat niet, of verzet zich er tegen. Sloterdijk wil aandacht voor de houding van verzet die zijns inziens kenmerkend is voor het Westen. Vanaf 1400 tot 2000 zijn er ongeveer 20 generatiewisselingen geweest. Twintig keer heeft er een wisseling plaatsgevonden van een vader op een zoon. Hoe verliepen die wisselingen en waartoe hebben ze geleid? ‘We bevinden ons in een vliegtuig
Lees verder...