6 september 1963 Beste Pablo, Gister hebben we Braque begraven en jij was er niet, logisch, want je bent als de dood voor de dood. De uitvaart was in Varengeville-sur-Mer, in de kerk op de krijtrots met uitzicht op zee. De kist stond onder het raam met de boom van Jesse, de takken hebben de vorm van bootjes. Er was muziek van Bach en van Satie, het was prachtig. Het afscheid was verdrietig, ik heb erg gehuild. . Thuis bladerde ik in Braque’s Résurrection de l’oiseau. En kijkend naar de prachtige vogels die hij maakte, huilde ik weer, omdat ik zag hoe hij heeft geworsteld om te geloven in het goede. Logisch, hij vocht in de loopgraven in ’14-‘18. Wat jammer dat we hem nu voor altijd moeten missen. Elgar schrijft in het boek over de symboliek van de vogel. Dat de vogel eens een symbolische betekenis had, hij was bemiddelaar tussen de hemel en de aarde. Na de Renaissance
Lees verder...
. Kijk aan, een nieuw gezicht. Welkom in dit gevaarte, maakt u het zich gemakkelijk. U bent de eerste, de anderen zullen zo wel komen. Hoe bevalt de reis u tot dusver? O, u komt niet voor de kathedraal? Ik ook niet. Houdt u trouwens van deze muziek? Weet u, ik twijfel vaak tussen Vivaldi en Bach. Vergeleken bij de vier seizoenen heeft Bach toch vaak iets van een klompendans. Maar zonder Bach geen Ave Maria… de dames in de kathedraal hebben dus een punt met hun Qubits, maar voor het overige hebben ze Hesses Glasperlenspiel te letterlijk genomen. Of ben ik nu oneerbiedig? Vivaldi is van de waterspiegel en de heldere lucht. Met Bach daal je naar de zeebodem af, en ach ja… daar diep ik mijn schepen op en leer ze lopen. Ik bevind me ten zuiden van het verleden. En u, waar bent u? Wat zegt u? In het inwendige? Heel ad rem. Maar wèlk inwendige?
Lees verder...
Aan een draad uit het plafond hangt een gloeilamp en bij het licht ervan schrijft de schilder. Hij zit aan een tafel in zijn atelier, langs de muren staan schilderijen. Op de hoek van de tafel ligt de Figaro van zaterdag 24 december 1935 en naast de krant ligt een dameshandschoen waar bloed aan zit. De hand met de pen beweegt over het papier en de schaduw van de hand volgt met kleine schokjes, het is alsof de schaduw liever elders was en met tegenzin met de hand meebeweegt. De schilder neemt een trek van zijn sigaret, staat dan op en draait de plaat om van de grammofoon die in de hoek van het atelier staat. Door de beweging in de kamer gaat de gloeilamp een beetje heen en weer en roert de schaduw van de schilder zich over de schilderijen. De plaat draait en dan gaat hij weer zitten en schrijft door op de muziek van Satie. Het is
Lees verder...